Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Valt het behalen van de lesbevoegdheid onder de verplichte door werkgevers te betalen opleidingen? Waardoor de werkgever geen afspraken mag maken over terugbetaling?
Onze juridische afdeling ontvangt geregeld de vraag of de kosten voor het halen van een lesbevoegdheid onder een verplichte opleiding valt. In beginsel is dit, volgens de Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden, niet het geval. En mag een werkgever dus een afspraak maken over terugbetaling. Er zijn echter uitzonderingen. Denk bijvoorbeeld aan een boventallige werknemer die door het volgen van een opleiding herplaatst kan worden. De werkgever is dan wel verplicht deze werknemer de opleiding kosteloos aan te bieden om ontslag te voorkomen. Lees hieronder een uitgebreidere toelichting.
Loop je zelf tegen zo'n situatie aan?
Dan raden wij je aan om de aanbieder van de opleiding te laten toetsen (aan relevante wet- en regelgeving) of jouw werkgever een studieovereenkomst mag opstellen.
Valt het behalen van een lesbevoegdheid onder een verplichte opleiding?
Een uitgebreidere toelichting.
Sinds 1 augustus jl. is het niet meer toegestaan om in alle gevallen een studiekostenovereenkomst te sluiten. Nieuw is dat een opleiding, die de werkgever verplicht aan moet bieden op grond van de wet of cao, door de werkgever moet worden betaald, artikel 7:611a BW.
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een factsheet gepubliceerd waarin nader wordt ingegaan op de wettelijke verplichting tot het aanbieden van scholing (Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden (overheid.nl)). Onder het kopje “kosteloze opleiding” staat vermeld dat een opleiding voor een diploma in beginsel niet onder de artikel van de verplichte opleidingen valt. Onder artikel 7:611a lid 2 BW, valt in beginsel niet ook de scholing die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een diploma of certificaat waarover de werknemer bij eerste aanvang van de werkzaamheden op grond van een wettelijke verplichting al dient te beschikken om een functie te mogen uitvoeren.
Om les te kunnen geven op een school dient de werknemer te beschikken over een bepaalde onderwijsbevoegdheid. Deze kan worden behaald door een lerarenopleiding af te ronden aan een hogeschool of universiteit. Hoewel deze scholing noodzakelijk is voor het uitvoeren van de functie, volgt uit de voornoemde factsheet dat deze, in beginsel, niet onder verplichte scholing valt als bedoeld onder artikel 7:611a BW. De verplichte scholing van 7:611aBW die de werkgever kosteloos moet aanbieden, is niet per definitie hetzelfde als scholing die wetgever verplicht stelt om bepaalde vakken uit te oefenen. Daaruit volgt niet automatisch dat werkgever verplicht is deze scholing aan te bieden. Werkgever kunnen er namelijk voor kiezen om reeds geschoolde werknemers aan te nemen.
Hoe leg je wijzigingen in een arbeidsovereenkomst vast?
Wanneer werkgever en werknemer aanvullingen c.q. wijzigingen willen afspreken met betrekking tot de arbeidsovereenkomst, is het advies deze wijzigingen in een schriftelijk document vast te leggen en met vermelding van de ingangsdatum van de wijziging en voorzien van datum, plaats en ondertekening door de partijen, als bijlage bij de arbeidsovereenkomst op te slaan. Namens werkgever dient deze afspraak te worden ondertekend door de persoon die bevoegd is dit personeelslid aan te nemen of ontslaan. In deze bijlage dient ook te worden opgenomen, bijvoorbeeld als overweging vooraf, dat het een wijziging betreft van de afspraken met betrekking tot de arbeidsovereenkomst. Voorts dient werkgever zich ervan bewust te zijn dat het arbeidsrecht en de cao deels dwingend rechtelijk zijn voorgeschreven. Van deze bepalingen kan niet worden afgeweken in de arbeidsovereenkomst.
Wat gebeurt er met een AOW-gerechtigde werknemer die ziek wordt?
De AOW-gerechtigde werknemer heeft recht op loondoorbetaling tijdens ziekte voor een periode van dertien weken (art. 4 sub b ZAPO). Daarna stopt het recht op loon. De werknemer blijft wel in dienst totdat de arbeidsovereenkomst eindigt (van rechtswege of door opzegging/ontbinding). Als de werkgever de arbeidsovereenkomst tussentijds wil opzeggen, moet daar een redelijke grond voor zijn. Voor beide partijen geldt een opzegtermijn van een maand (art. 3.9 lid 2 sub b CAO PO). Als de werknemer gedurende het ziekteverlof herstelt, gaat hij weer aan het werk en wordt het loon weer betaald.
Kan een leraar die parttime werkt verplicht worden om op een vrije dag toch mee te doen aan verplichte teamactiviteiten?
In artikel 2.3 van de cao staat beschreven hoe de inzet per werknemer is geregeld. Daarvoor is het werkverdelingsplan uitgangspunt. Hierin worden voor de zomervakantie de afspraken vastgelegd.
Daarbij worden ook de dagen aangewezen, waarop bijvoorbeeld een rapportvergadering of een studiedag plaats zal vinden. Dit is dan een reguliere werkdag, die niet per se een lesdag hoeft te zijn.
Ook voor de leraar die in deeltijd werkt, geldt dat wanneer een vergadering is gepland op een vrije dag, deze werknemer verplicht kan worden aanwezig te zijn, als dit past in zijn inzetbaarheid volgens het schema en de ruimte van zijn normjaartaak. Bij de inroostering dient de werkgever wel zo veel mogelijk rekening te houden met de door de werknemer aangegane verplichtingen, waaronder zowel verplichtingen bij een andere werkgever als verplichtingen in de privésfeer.
Van werkgever en werknemer wordt verwacht dat zij zich als goed werkgever en werknemer gedragen, zodat van beide partijen een constructieve houding verwacht mag worden in het overleg betreffende bijvoorbeeld aanwezigheid van een docent op een scholingsdag of de rapportvergadering van zijn leerlingen op zijn vrije dag. Wanneer hierover een conflict ontstaat, zal de rechter/commissie van beroep op grond van een belangenafweging beoordelen of de leraar of diens werkgever in het gelijk wordt gesteld.
Aan welke voorwaarden dient het toelatingsbeleid van een school te voldoen?
Uit uitspraken volgt dat een toelatingsbeleid van een school in ieder geval dient te voldoen aan een aantal beginselen:
- transparantie;
- kenbaarheid;
- non-discriminatie;
- consequente toepassing.
In een brief van de minister van 17 maart jl. wordt aandacht gevraagd voor de transparantie en kenbaarheid. Het is belangrijk dat voor ouders en leerlingen helder is wat de formele procedure van een school is rondom toelating op het moment dat zij zich oriënteren op de schoolkeuze voor hun kind. Wij adviseren schoolbesturen om het toelatingsbeleid duidelijk kenbaar te maken op de website en in de schoolgids. Daarnaast is het van belang om het toelatingsbeleid consequent toe te passen en schriftelijk met ouders van leerlingen te communiceren over de voorwaarden van het door de school gehanteerde toelatingsbeleid.
Is het wettelijk verplicht om aan het einde van groep 6 een indicatie te geven voor advies vo of moet dit alleen bij kinderen waarvoor een OPP is opgesteld?
Het antwoord op deze vraag is: nee. Er bestaat geen wettelijke verplichting om leerlingen in groep 6 al een indicatie te geven van het mogelijke uitstroomprofiel. Door SLO is een handreiking schooladvisering ontwikkelt die scholen op weg helpt bij het verder professionaliseren van hun schooladviesprocedure. Voor meer info zie Handreiking schooladvisering.
Bij welk IQ tellen de resultaten van een leerling niet mee in de eindbeoordeling van de inspectie?
Alleen de resultaten van leerlingen die voldoen aan de ontheffingsgronden tellen niet mee in de eindbeoordeling van de Inspectie. Daaronder vallen zeer moeilijk lerende leerlingen met een IQ onder de 75, leerlingen die minder dan 4 jaar in Nederland zijn en die het Nederlands onvoldoende beheersen en leerlingen met een OPP en een verwachte uitstroombestemming arbeidsmarktgericht of dagbesteding. Deze leerlingen hoeven geen eindtoets te maken, maar het mag wel. Resultaten van alle andere leerlingen tellen wel mee. Vanaf schooljaar schooljaar 2020-2021 nemen so- en sbo-scholen ook verplicht een eindtoets af. Meer informatie over de manier waarop de inspectie leerresultaten beoordeelt, staat beschreven de Regeling Leerresultaten PO.
Hoe worden de vorderingen van leerlingen in het po bepaald?
Dat gebeurt gedurende de hele periode op de basisschool. School en ouders krijgen zowel door toetsing als door ervaring inzicht in hoe een kind presteert ten opzichte van klas- en leeftijdsgenoten.
Leerling- en onderwijsvolgsysteem
Met hulp van leerling- en onderwijsvolgsysteem wordt gekeken hoe een leerling zich op school ontwikkelt. Er wordt gekeken naar wat de leerling en zijn klas weten en kunnen en hoeveel zij vooruit gaan. Scholen zijn verplicht om zo’n systeem te gebruiken, in ieder geval voor taal en rekenen, maar ze mogen zelf bepalen welk systeem ze inzetten en hoe vaak ze het niveau meten.
Reguliere toetsen
Scholen nemen ook toetsen af die meten of een leerling de aangeboden lesstof beheerst. De resultaten laten zien hoe een kind presteert in vergelijking met leeftijdsgenoten. Scholen mogen zelf bepalen of en hoe vaak ze leerlingen een toets laten maken. Toetsen moeten wel valide, betrouwbaar en methodeonafhankelijk genormeerd zijn. Kleutertoetsen zijn (naar verwachting) vanaf augustus 2022 niet meer toegestaan.
Eindtoets
Aan het eind van groep acht maken alle basisschoolleerlingen een verplichte eindtoets. Deze toets geldt als tweede, schoolonafhankelijk gegeven naast het schooladvies op basis waarvan school en ouders bepalen naar welk niveau middelbare school een leerling gaat. Als leerlingen op de eindtoets beter scoren dan op basis van het schooladvies mag worden verwacht, dan moet de school haar advies heroverwegen. Als het kind lager scoort, hoeft dit niet. Scholen kunnen ook een digitale adaptieve eindtoets afnemen. Deze toets past zich aan, aan het niveau van de leerling. De resultaten van alle toetsen worden opgenomen in het onderwijskundig rapport (OKR) van de leerling. De nieuwe school krijgt daarmee een beeld van de leerling zodat zij het onderwijs zo goed mogelijk kunnen afstemmen. Scholen zijn verplicht ouders te informeren over de inhoud van dit rapport.
Mag een vo-school de ene leerling met kader/tl advies op kaderniveau plaatsen en de andere op tl-niveau?
Ja, dat mag want er is een verschil tussen toelating en plaatsing. Een leerling met een kader/tl advies is toelaatbaar tot beide schoolsoorten. De vo-school zal het onderwijskundig rapport gebruiken om de leerlingen in de juiste klas te plaatsen. In dit geval is plaatsing in beide brugklassen conform het schooladvies. Het is wenselijk om leerlingen op het hoogste niveau te plaatsen, maar dat is niet verplicht. We noemen dit ‘hoge plaatsing’. De basisschool kan naast het schooladvies ook een plaatsingsadvies meegeven, maar dat heeft geen juridische waarde.