Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Mag een leerling van jonger dan 4 jaar worden toegelaten op school?
Op grond van artikel 39 lid 1 WPO moet een kind om als leerling tot een school te worden toegelaten de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. Artikel 39 lid 3 WPO biedt wel de mogelijkheid om in de periode vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden tot het bereiken van de leeftijd van 4 jaar kinderen gedurende ten hoogste 5 dagen toe te laten. Dit zijn de zogenaamde ‘wendagen’. Deze kinderen zijn geen leerlingen in de zin van de wet.
Wat zijn de referentieniveaus voor taal en rekenen?
Referentieniveaus beschrijven wat een leerling op het gebied van taal en rekenen moet beheersen op een bepaald moment in de schoolloopbaan. Hiermee krijgen scholen inzicht in het niveau van de leerling in elke fase van de opleiding, kunnen zij de leerling gericht helpen bij het verbeteren van de prestaties en wordt de basis gelegd voor een soepelere aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs.
Voor het primair onderwijs worden twee beheersingsniveaus onderscheiden:
- Het fundamentele niveau, 1F. Dit zouden alle leerlingen moeten beheersen om goed mee te kunnen doen in de maatschappij;
- Het streefniveau, dat is 1S (voor rekenen) en 2F (voor taal). Als leerlingen dit niveau beheersen, hebben zij voldoende bagage om door te stromen naar TL, HAVO of VWO.
De Referentieniveaus zijn vastgelegd in de Wet Referentieniveaus Nederlandse Taal en Rekenen en zijn van toepassing op het (speciaal) basisonderwijs en alle vormen van speciaal onderwijs, met uitzondering van zeer moeilijk lerende en meervoudig gehandicapte leerlingen (ZML en MG). Lees meer op de website van Stichting Leerplan Ontwikkeling.
Mogen scholen leerlinggegevens verstrekken aan de GGD tbv het Elektronisch Kinddossier?
Scholen hoeven geen gegevens over leerlingen te verstrekken aan derden, zoals de GGD. Dat was vroeger wel zo, maar dat is gewijzigd per 1 augustus 2016. JGZ-organisaties kunnen deze gegevens nu via BRON verkrijgen. In de Wet op het onderwijstoezicht staat hierover het volgende:
Artikel 24f. Het verstrekken van gegevens aan derden
- Uit het basisregister onderwijs worden aan burgemeester en wethouders ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 5 van de Wet publieke gezondheid, periodiek desgevraagd de volgende gegevens verstrekt van de leerlingen of deelnemers tot 18 jaar, die onderwijs volgen binnen de gemeente:
- Het persoonsgebonden nummer en de naam van de leerling of deelnemer;
- De geboortedatum van de leerling of deelnemer;
- Het registratienummer van de instelling waar de leerling of deelnemer is ingeschreven of, indien er sprake is van een nevenvestiging of tijdelijke vestiging, het registratienummer daarvan;
- Het soort onderwijs;
- De datum van inschrijving in het leerjaar of onderwijstype;
- De groep.
Op onze school moeten ouders zelf een tablet aanschaffen voor hun kind. Wat als een ouder dat niet kan betalen vanwege (tijdelijke) financiële problemen?
Laptops en tablets vallen volgende het Ministerie van OCW onder categorie 3 qua schoolkosten. Die zijn vrijwillig. Met andere woorden: de school mag aan ouders vragen om een laptop of tablet aan te schaffen, maar wanneer ouders dit niet doen, dan moet de school zorgen voor een volwaardig alternatief. Meer informatie hierover staat op de website van de Rijksoverheid .
Mag je klassenlijsten verstrekken aan ouders?
Dat mag alleen met toestemming. Op basisscholen worden er vaak klassenlijsten of telefoonlijsten uitgedeeld met namen, adressen en telefoonnummers (van ouders) van leerlingen. Dit zijn persoonsgegevens en vallen dus onder de privacywetgeving. Het delen ervan heeft geen invloed op het geven van goed onderwijs, daarom is het noodzakelijk dat ouders hier (vooraf) toestemming voor geven. Meer informatie over privacy en informatiebeveiliging vind je op de Aanpak IBP.
Moeten de handtekening van beide ouders op het inschrijfformulier van een leerling staan, ook als er sprake is van een (v)echtscheiding?
In dit soort situaties kun je het bijna nooit goed doen; er zal altijd een ouder bezwaar hebben. Dit is de formele kant:
Als beide ouders (nog) het ouderlijk gezag hebben, moeten ze strikt genomen allebei tekenen. Helaas is dat niet altijd te regelen. Daarom is in het Burgerlijk Wetboek bepaald dat derden die te goeder trouw zijn ervan mogen uitgaan dat elke beslissing genomen door één ouder is genomen mét toestemming van de andere ouder. Alleen als derden (zouden moeten) weten dat er onenigheid is tussen de ouders, vervalt dit vermoeden en hebben zij de expliciete toestemming van beide ouders nodig.
Wanneer een moeder haar kind komt inschrijven op school, en de school niet weet dat er een conflict is tussen de ouders over deze inschrijving, mag de school het kind dus rechtsgeldig inschrijven. Wanneer de vader achteraf laat weten niet akkoord te gaan met deze inschrijving, blijft de inschrijving bestaan en kan de vader deze alleen aanvechten voor de rechter.
Wanneer de school op het moment van de inschrijving weet dat de vader hiermee niet akkoord gaat, kan het kind niet rechtsgeldig ingeschreven worden. Het kind mag pas worden ingeschreven als de ouders een akkoord bereiken, of wanneer een rechter de knoop doorhakt.
Wanneer één van beide ouders niet reageert dan moet de school ervan uitgaan dat ouders niet op één lijn zitten. Als wordt vermoed dat een ouder er niet achter staat en de school kan deze ouder niet bereiken, dan moet de andere ouder de toestemming van de niet reagerende ouder krijgen. Desnoods via de rechter.
Het advies is altijd om te overleggen met beide ouders, en mogelijk met de oude school, en te pleiten voor rust totdat de zaak door de rechter is beslist. Wat is het beste voor het kind; nog een aantal weken op de oude school of op de nieuwe, beide met het risico dat het toch weer anders wordt?