Nieuws

Verruiming van ketenregeling voor primair onderwijs

Wet Arbeidsmarkt in balans is op 28 mei aangenomen in de Eerste Kamer. Hierdoor verandert de ketenregeling voor tijdelijke contracten. Daarnaast worden door deze wet de verschillen tussen flexibele contracten en vaste contracten kleiner. Het grootste deel van de maatregelen gaat vanaf 1 januari 2020 in.

De PO-Raad heeft veel lobbywerk gedaan om een verruiming van de ketenregeling te krijgen voor het primair onderwijs. Wij hebben aangetoond dat de huidige regels in de praktijk niet toepasbaar waren voor scholen. Vooruitlopend op de wet kunnen schoolbesturen dit schooljaar al gebruikmaken van een uitzondering op de ketenregeling voor het vervangen van zieke leraren. Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft vorig jaar een gezamenlijk verzoek van de PO-Raad en de vakbonden hiertoe positief beoordeeld.

Met de Wet Arbeidsmarkt in balans komt er voor het primair onderwijs een wettelijke uitzondering op de ketenregeling, zodat scholen invalleerkrachten die invallen voor zieke leraren, meerdere contracten achter elkaar kunnen aanbieden.

Een van de andere veranderingen is dat de maximale duur voor tijdelijke contracten wordt uitgebreid van 24 maanden naar 36 maanden. Tijdelijke arbeidsovereenkomsten zijn vanaf 1 januari toegestaan als er niet meer dan drie contracten in 36 maanden worden overeengekomen. Wordt het aantal contracten (3) of de duur (36 maanden) overschreden, dan ontstaat een contract voor onbepaalde tijd. Als tussen twee tijdelijke contracten een periode van meer dan zes maanden zit, dan ontstaat een zogenaamde ‘nieuwe keten’.

Het openbaar onderwijs heeft op dit moment al te maken met een maximale duur voor tijdelijke contracten van 36 maanden. Daar komt geen verandering in. Aangezien op 1 januari 2020 ook de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking treedt, krijgen deze schoolbesturen ook te maken met het maximale aantal toegestane contracten van drie. Uitgangspunt van de Wnra is dat voor werknemers in het openbaar onderwijs dezelfde arbeidsvoorwaarden en cao-bepalingen gelden als voor werknemers in het bijzonder onderwijs.

Volgens de Wet Arbeidsmarkt in balans kunnen werkgevers per 1 januari vaste krachten makkelijker ontslaan via de kantonrechter. De werkgever kan via de rechter op basis van één van zes gronden ontslag vragen. Met de nieuwe wet wordt ontslag ook mogelijk als sprake is van een optelsom van deze redenen, die ieder afzonderlijk te licht zijn voor ontslag. Dit wordt de zogenoemde cumulatiegrond. De rechter kan dan wel een hogere transitievergoeding toekennen. Als de werkgever zich ernstig verwijtbaar opstelt, kan de rechter daarbovenop nog een billijke vergoeding toekennen.

Verder wordt de transitievergoeding voor vaste krachten die langer in dienst zijn, versoberd. Wie nu na meer dan tien jaar ontslagen wordt, krijgt een extra hoge ontslagvergoeding. Dat vervalt. Daar staat tegenover dat werknemers vanaf de eerste dag van het dienstverband recht hebben op een transitievergoeding en niet pas na twee jaar.

Meer weten over de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren? Lees hier de artikelen over de veranderingen voor het openbaar onderwijs.