Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Mogen scholen leerlinggegevens verstrekken aan de GGD tbv het Elektronisch Kinddossier?
Scholen hoeven geen gegevens over leerlingen te verstrekken aan derden, zoals de GGD. Dat was vroeger wel zo, maar dat is gewijzigd per 1 augustus 2016. JGZ-organisaties kunnen deze gegevens nu via BRON verkrijgen. In de Wet op het onderwijstoezicht staat hierover het volgende:
Artikel 24f. Het verstrekken van gegevens aan derden
- Uit het basisregister onderwijs worden aan burgemeester en wethouders ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 5 van de Wet publieke gezondheid, periodiek desgevraagd de volgende gegevens verstrekt van de leerlingen of deelnemers tot 18 jaar, die onderwijs volgen binnen de gemeente:
- Het persoonsgebonden nummer en de naam van de leerling of deelnemer;
- De geboortedatum van de leerling of deelnemer;
- Het registratienummer van de instelling waar de leerling of deelnemer is ingeschreven of, indien er sprake is van een nevenvestiging of tijdelijke vestiging, het registratienummer daarvan;
- Het soort onderwijs;
- De datum van inschrijving in het leerjaar of onderwijstype;
- De groep.
Op onze school moeten ouders zelf een tablet aanschaffen voor hun kind. Wat als een ouder dat niet kan betalen vanwege (tijdelijke) financiële problemen?
Laptops en tablets vallen volgende het Ministerie van OCW onder categorie 3 qua schoolkosten. Die zijn vrijwillig. Met andere woorden: de school mag aan ouders vragen om een laptop of tablet aan te schaffen, maar wanneer ouders dit niet doen, dan moet de school zorgen voor een volwaardig alternatief. Meer informatie hierover staat op de website van de Rijksoverheid .
Mag je klassenlijsten verstrekken aan ouders?
Dat mag alleen met toestemming. Op basisscholen worden er vaak klassenlijsten of telefoonlijsten uitgedeeld met namen, adressen en telefoonnummers (van ouders) van leerlingen. Dit zijn persoonsgegevens en vallen dus onder de privacywetgeving. Het delen ervan heeft geen invloed op het geven van goed onderwijs, daarom is het noodzakelijk dat ouders hier (vooraf) toestemming voor geven. Meer informatie over privacy en informatiebeveiliging vind je op de Aanpak IBP.
Hoe bepaal je het individueel professionaliseringsbudget?
Moeten wij bij het bepalen van de hoogte van het individueel professionaliseringsbudget rekening houden met de gemiddelde wtf van desbetreffend kalenderjaar of moeten we rekening houden met een andere methodiek?
De hoogte van het professionaliseringsbudget in art 9.3 lid 2 cao po in tijd en geld wordt berekend naar rato van de werktijdfactor per schooljaar en naar rato van hoelang de werknemer dat schooljaar in dienst is. Dus niet per kalenderjaar omdat overeenkomstig de definitie in artikel 1.1. cao po met ’jaar’ in artikel 9.3. cao po een schooljaar wordt bedoeld. Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli.
Elke werknemer in het OP en OOP heeft naar rato van de werktijdfactor recht op een individueel professionaliseringsbudget van € 500,= netto per jaar en 2 uren per werkweek (art 9.3 lid 2 cao po) per schooljaar.
Het individuele scholingsbudget voor 2020 en 2021 is verhoogd met €100,= per jaar naar rato van de werktijdfactor (artikel 9.8 lid 2 cao po).
Zijn schoolbesturen verplicht een Functionaris voor gegevensbescherming aan te stellen?
Elk schoolbestuur is wettelijk verplicht een Functionaris Gegevensbescherming (FG) aan te wijzen.
Deze verplichting is ontstaan bij de invoering van de AVG en is ingevoerd omdat scholen veel persoonsgegevens verwerken en de voortgang van leerlingen nauwgezet vastleggen. Scholen of vestigingen die bij hetzelfde schoolbestuur horen, hoeven niet allemaal een eigen FG aan te wijzen. Wel moet bekend zijn wie binnen de schoolorganisatie deze taak verricht.
Het is ook mogelijk voor deze taak een externe FG in te huren. De (G)MR heeft instemmingsrecht op de regeling FG waarin is opgenomen hoe de FG-functie wordt ingevuld (artikel 10 sub c WMS). Welke persoon als FG wordt benoemd, daar gaat de G(MR) niet over, dat besluit is niet instemmingsplichtig.
Bestaat er een checklist voor het opstellen van een bestuursformatieplan?
De PO-Raad heeft geen uitgebreide checklist. Wel is er een beknopt overzicht waarmee u aan de slag kunt met het bestuursformatieplan.
In het bestuursformatieplan moet het bevoegd gezag aangeven welke functies van welke omvang, aard en niveau op korte en lange termijn noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de onderwijsdoelstellingen. Uit het bestuursformatieplan moet kunnen worden afgeleid welke functies boventallig zijn, voor welke omvang en waarom. Het bestuursformatieplan bevat vervolgens in ieder geval de volgende overzichten:
- Het meerjarenformatiebeleid en de prognoses;
- Een overzicht van de te besteden middelen en de lumpsumbekostiging;
- Een overzicht van de formatieopbouw en andere bestedingsdoelen;
- Een overzicht van de besteding van middelen, de vorming van reserves en voorzieningen en de overdracht van formatie.
Het bestuursformatieplan bevat bij voorkeur een toelichting bij de overzichten. Het verdient aanbeveling de keuzes in het bestuursformatieplan nader toe te lichten.
Ik wil op school aan de slag met werkdruk, hoe pak ik dat aan?
Werkdruk is een veelkoppig monster. Er zijn ontzettend veel aspecten die ervoor kunnen zorgen dat een leraar een hoge werkdruk ervaart. Die aspecten zijn verschillend per school en per persoon. Dat maakt dat de aanpak van werkdruk in moet spelen op deze verschillen.
Volgens onderzoek van TNO kan werkdruk het best worden aangepakt door vijf stappen te doorlopen. Aan de hand van deze stappen wordt beschreven hoe scholen om kunnen gaan met werkdruk en welke hulpmiddelen daarvoor beschikbaar zijn.
1. Bepalen of er sprake is van werkdruk
Om werkdruk goed aan te pakken is het belangrijk dat scholen eerst de huidige situatie analyseren. In hoeverre is er op school sprake van werkdruk? De ervaren werkdruk is onderdeel van de RI&E cyclus. Speciaal voor het primair onderwijs heeft het Vervangingsfonds de Arbomeester ontwikkeld. De Arbomeester is het branche erkende instrument om een RI & E uit te voeren. In de week van de werkstress zal de Arbocatalogus PO een ‘Werkdrukspel’ lanceren. Dit Werkdrukspel kan worden gebruikt om het gesprek over werkdruk op school voeren.
2. Achterhalen waar werkdruk vandaan komt
Als is vastgesteld dat er op school inderdaad een hoge werkdruk wordt ervaren, is het belangrijk om te onderzoeken waar die precies vandaan komt. Maatregelen kunnen dan gerichter worden ingezet. Om uit te zoeken waar de werkdruk vandaan komt kan gebruik worden gemaakt van de werkdrukscan. De werkdrukscan is speciaal voor het primair onderwijs ontwikkeld door het Vervangingsfonds.
3. Plan van aanpak opstellen
Bij het verlagen van de werkdruk kunnen veel verschillende maatregelen worden genomen. Als duidelijk is waar het probleem precies vandaan komt, kan een plan van aanpak worden opgesteld. Voor een aantal knelpunten biedt de Arbocatalogus PO manieren om ze op te lossen. Ook wordt op de website van de Arbocatalogus PO verwezen naar andere websites en instanties waar bruikbare informatie over het oplossen van werkdruk kan worden gevonden. Wij willen dat leraren en teams zo veel mogelijk zeggenschap krijgen over de aanpak van werkdruk bij hun op school.
4. Plan van aanpak uitvoeren
Als er een plan van aanpak ligt over hoe werkdruk kan worden verlaagt, moet het plan uiteraard worden uitgevoerd.
5. Evaluatie
Nadat het plan van aanpak is uitgevoerd, moet worden geëvalueerd of het plan het beoogde effect heeft gehad. Is de werkdruk ook echt verlaagd? En welke maatregelen werken wel en niet?
Voor meer informatie over de aanpak, kijk op de website van TNO.
Meer weten?
Kijk ook eens bij het thema Werkgeverszaken of het onderwerp HRM.
Is het verstandig om een bruikleenovereenkomst af te sluiten als leerlingen nu ipad’s en laptop’s meenemen voor thuisonderwijs?
Scholen worden geadviseerd een bruikleenovereenkomst op te stellen zodra er spullen met waarde ter lening aan leerlingen meegegeven worden.