Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Is het verplicht om een leerlijn 'sociaal-emotionele ontwikkeling' te hebben in het speciaal onderwijs?
Sociaal-emotionele ontwikkeling is een kerndoel in het speciaal onderwijs. Dat betekent dat een school zich moet kunnen verantwoorden over de lessen die ze aanbieden op dit gebied. In dit geval moet er aandacht zijn voor zowel emotionele ontwikkeling als de ontwikkeling van sociaal maatschappelijke competenties. Hierover kun je meer lezen in de Wet op Expertise centra (WEC) in artikel 11, lid 3 en 4. Wil je weten welke methoden hiervoor veel worden gebruikt in het speciaal onderwijs? Op de website van de Sectorraad GO staat een overzicht.
Zijn scholen voor speciaal (basis)onderwijs verplicht om een eindtoets af te nemen?
Ja, op grond van artikel 18b Wet op de expertise centra.
Is bewegingsonderwijs verplicht voor groep 3 en 4 van het primair onderwijs?
Vanaf 2023 is het verplicht om minimaal 2 uur per week bewegingsonderwijs (of gymlessen) te geven aan alle leerlingen op de basisschool. Dat staat in artikel 9 Wpo nieuw, Kamerstukken II 2019/2020, 35102, nr. 13.
Wat zijn de referentieniveaus voor taal en rekenen?
Referentieniveaus beschrijven wat een leerling op het gebied van taal en rekenen moet beheersen op een bepaald moment in de schoolloopbaan. Hiermee krijgen scholen inzicht in het niveau van de leerling in elke fase van de opleiding, kunnen zij de leerling gericht helpen bij het verbeteren van de prestaties en wordt de basis gelegd voor een soepelere aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs.
Voor het primair onderwijs worden twee beheersingsniveaus onderscheiden:
- Het fundamentele niveau, 1F. Dit zouden alle leerlingen moeten beheersen om goed mee te kunnen doen in de maatschappij;
- Het streefniveau, dat is 1S (voor rekenen) en 2F (voor taal). Als leerlingen dit niveau beheersen, hebben zij voldoende bagage om door te stromen naar TL, HAVO of VWO.
De Referentieniveaus zijn vastgelegd in de Wet Referentieniveaus Nederlandse Taal en Rekenen en zijn van toepassing op het (speciaal) basisonderwijs en alle vormen van speciaal onderwijs, met uitzondering van zeer moeilijk lerende en meervoudig gehandicapte leerlingen (ZML en MG). Lees meer op de website van Stichting Leerplan Ontwikkeling.
Mag de school een verplichte ouderbijdrage vragen aan ouders van hoogbegaafde leerlingen?
Meer informatie over de ouderbijdrage voor activiteiten die voorzien in de ondersteuningsbehoefte van (begaafde) leerlingen kun je lezen op de website van de Rijksoverheid.
Wat heeft de gewichtenregeling met lumpsum te maken?
Bij inschrijving van een kind op de basisschool wordt o.a naar het opleidingsniveau van de ouders gevraagd. Dit is bedoeld om een school extra middelen toe te kennen voor het bestrijden van taalachterstand. Uit onderzoek blijkt namelijk dat er relatie bestaat tussen opleiding van de ouders en een (mogelijke) taalachterstand bij een kind. Ouders zijn niet verplicht om de ouderverklaring in te vullen, maar dan krijgt de school voor dit kind geen gewicht. De accountant van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen controleert steekproefsgewijs de leerlingenadministraties van basisscholen. Daarbij wordt ook de ouderverklaring gecontroleerd.
Welke aanpassingen en/of uitzonderingen zijn er voor kinderen die topsport bedrijven?
Soms moet een leerling met bijzondere sporttalenten school verzuimen vanwege deze talenten. De Leerplichtwet biedt hiervoor geen vrijstelling, maar binnen de reguliere onderwijswetgeving kan de school afspraken maken met ouders over vrijstelling van bepaalde onderwijsactiviteiten. Zie hiervoor artikel 41 lid 2 Wet op het primair onderwijs. Het moeten structurele afspraken zijn die elk jaar opnieuw aan het begin van het schooljaar worden gemaakt. Spontane en/of incidentele verzoeken voor verzuim vallen hier niet onder. Het belang dat een leerling voldoende onderwijs volgt staat voorop. Voor meer informatie kun je contact opnemen met het Expertise Centrum Voortgezet Onderwijs en Topsport.
Op welke wijze kan een school voor speciaal basisonderwijs (sbo) worden gesticht?
Voor de speciale scholen voor basisonderwijs geldt een aparte regeling. Dit is weergegeven in de artikelen 86 tot en met 89 van de Wpo.
De minister kan een school op aanvraag van het bevoegd gezag van de school voor bekostiging in aanmerking brengen. De minister willigt de aanvraag slechts in, indien (artikel 87 Wpo):
- de schoolbesturen van alle basisscholen in het samenwerkingsverband met het verzoek instemmen;
- het samenwerkingsverband meer dan de helft van de basisscholen omvat in een nieuwe woningbouwlocatie van ten minste 15.000 woningen of in aan elkaar grenzende woningbouwlocaties waar binnen 10 jaar in totaal ten minste 15.000 woningen worden gebouwd;
- het samenwerkingsverband nog niet over een speciale school voor basisonderwijs beschikt;
- als gevolg van de oprichting van het samenwerkingsverband niet een reeds bestaand samenwerkingsverband onder de norm van een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 Wpo terecht zou komen.
De aanvraag kan op ieder moment worden ingediend. De daadwerkelijke start van de school kan alleen maar op 1 augustus plaatsvinden.
Bewegingsonderwijs
Scholen kunnen met kwalitatief goed bewegingsonderwijs een gezonde leefstijl bij kinderen stimuleren. Maar die gezonde leefstijl is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, gemeenten, scholen en de hele maatschappij.
Kwalitatief goed bewegingsonderwijs draagt bij aan de motorische, sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Er zijn aanwijzingen dat sport en bewegen bijdraagt aan betere onderwijsresultaten en de kans op verzuim en uitval verminderen. Goed bewegingsonderwijs levert daarnaast een bijdrage aan een actieve en gezonde leefstijl van kinderen.
Bewegingsonderwijs in de wet
Vanaf 2023 zijn scholen verplicht om voor iedere basisschoolleerling een minimum aantal lesuren bewegingsonderwijs te verzorgen. Scholen zijn zelf verantwoordelijk om minstens twee lesuren per week in te roosteren. Bewegingsonderwijs biedt een veelzijdig aanbod, draagt bij aan effectievere beweegtijd en versterkt de relatie tussen de (vak)leerdrachten en de leerlingen.
Het is van belang dat de kerndoelen bewegingsonderwijs worden nagestreefd om de effectiviteit van het programma bewegingsonderwijs te behouden. In samenwerking met organisaties voor sport en spel is het op veel scholen in Nederland mogelijk om meer (les)uren beweging(-sonderwijs) te krijgen. PO-Raad vindt dat een minimumaantal lesuren voor een specifiek programmaonderdeel niet past bij de vrije invulling van onderwijs, maar veel bewegen (op school) wél onderdeel is van een gezonde leefstijl.
De website gemaakt voor de (subsidie) impuls bewegingsonderwijs biedt veel antwoorden en inspiratie in dit kader.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Om een gezonde leefstijl van leerlingen te bevorderen en stimuleren, is ook nodig dat ze gezond eten, gezond leven en niet roken. Dat moet niet alleen op school gebeuren maar ook thuis, in de pauze, na schooltijd en onderweg naar huis. Een gezonde leefstijl van kinderen stimuleren is dan ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid van scholen, gemeenten, ouders, de hele maatschappij, vindt de PO-Raad. Ook buiten lesuren om stimuleren scholen gezond gedrag van leerlingen. Verschillende scholen kiezen er bewust voor om hiervoor themalessen of schoolpleinen in te zetten. Zij werken bijvoorbeeld samen met sportverenigingen en zetten zich in om een Gezonde School te worden.
Kijk voor meer achtergrondinformatie ook eens bij het onderdeel bewegen en een gezonde leefstijl.