Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Van welk bedrag moet ik uitgaan om het salaris van de onderwijsassistent in opleiding vast te stellen?
Het salaris van de onderwijsassistent in opleiding bedraagt naar rato van de werktijdfactor 50% van de OOP-salarisschaal 4, salaristrede 1. Hiervoor geldt het salaris, niet gecorrigeerd voor minimumloon, zoals deze af te lezen valt vanuit de salaristabellen als uitgangspunt.
Wanneer moet een werkgever uiterlijk aan een werknemer duidelijkheid geven over het verloop van zijn tijdelijke arbeidsovereenkomst (aanzegverplichting)?
In zowel het Burgerlijk Wetboek als in de CAO PO zijn bepalingen opgenomen over de uiterlijke termijn waarop een werknemer duidelijkheid moet krijgen over het al dan niet voortzetten van zijn tijdelijke arbeidsovereenkomst. Voor een arbeidsovereenkomst met een duur van ten minste twaalf maanden, kent de CAO PO een voor de werkgever strengere eis dan in de wet is opgenomen.
Burgerlijk Wetboek
Op grond van artikel 7:668 Burgerlijk Wetboek moet de werkgever de werknemer uiterlijk één maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, schriftelijk informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst en in het geval van voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten. Indien werkgever deze verplichting niet op tijd nakomt, is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd. De aanzegplicht is niet van toepassing indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode korter dan 6 maanden dan wel als het einde van de arbeidsovereenkomst niet op een kalenderdatum is bepaald.
CAO PO
Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor ten minste 12 maanden geldt dat de werkgever uiterlijk 2 maanden voordat de arbeidsovereenkomst afloopt de werknemer schriftelijk moet informeren over het vervolg (onbepaalde tijd/nieuwe verlengde arbeidsovereenkomst/geen nieuwe arbeidsovereenkomst). Wanneer werkgever de beslissing niet of te laat neemt, wordt de werknemer met ingang van de bedoelde einddatum geacht werkzaam te zijn in een verlengd dienstverband voor bepaalde tijd onder dezelfde voorwaarden. Dit volgt uit artikel 3.3. CAO PO.
Is het toegestaan in het MR-reglement inperkingen van de verkiesbaarheid van kandidaten op te nemen in verband met mogelijke belangenverstrengeling?
In artikel 24 van de Wet medezeggenschap op scholen is opgenomen wat er in elk geval in het MR-regelement geregeld moet worden. Uit dat artikel blijkt dat ‘de wijze en organisatie van de verkiezingen van de leden van de MR’ in het MR-reglement moet komen te staan. De regels over wie wel en niet verkiesbaar zijn, en welke situaties er mogelijk zijn in verband met mogelijke belangenverstrengeling, kunnen worden geschaard onder de wijze van verkiezingen van de MR-leden. Inperkingen van verkiesbaarheid zijn daarmee toegestaan, maar ze dienen uiteraard wel proportioneel te zijn. Mogelijke belangenverstrengeling zal door de werkgever bovendien goed gemotiveerd moeten worden. Een voorbeeld van een mogelijke inperking is dat een werknemer, die ook een kind op school heeft zitten alleen in de personeelsgeleding van de MR kan plaatsnemen.
Wanneer heeft een medewerker volgens de wet recht op pauze?
Voor een werknemer van 18 jaar en ouder geldt dat op een werkdag van minimaal 5,5 uur recht bestaat op ten minste een half uur pauze (die kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten). Als een medewerker op een dag langer dan 10 uur werkt, is er recht op minimaal 45 minuten pauze (die kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten). Dit volgt uit artikel 5:4 van de Arbeidstijdenwet. Pauzes zijn onbetaald, de medewerker is gedurende die tijd vrijgesteld van werk. Met de leerlingen lunchen, is dus geen pauze. Ook pleinwacht is geen pauze. In de cao is bepaald dat er in het werkverdelingsplan aandacht moet worden besteed aan pauzes (art. 2.2. lid 7 CAO PO) en in het recente cao-akkoord hebben sociale partners het belang van pauzes nog eens benadrukt.
Heeft de medezeggenschapsraad inspraakrecht ten aanzien van een beslissing om een individuele werknemer te bevorderen?
Nee, de medezeggenschapsraad heeft geen inspraakrecht op beslissingen omtrent individuele bevorderingen. De personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad heeft wel instemmingsrecht op het functiegebouw en het beloningsbeleid (artikel 12 lid 1 onder i Wet medezeggenschap op scholen). Dit instemmingsrecht is op overkoepelend (beleids)niveau en niet op het niveau van beslissingen over de rechtspositie van een individuele werknemer.