Nieuws

Internetconsultatie wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs staat open

Begin april stelde voormalig onderwijsminister Dennis Wiersma diverse maatregelen voor ter verbetering van de (sociale) veiligheid op scholen. De PO-Raad onderstreept het belang van een open en veilige cultuur op school, maar is van mening dat er in de Wet vrij en veilig onderwijs te veel nadruk ligt op repressie en te weinig op preventie. Tot zondag 24 september kan er via twee internetconsultaties op de voorgestelde wijzigingen in wet- en regelgeving worden gereageerd.  

Het wetvoorstel vrij en veilig onderwijs regelt de volgende wijzigingen: 

  • Uitbreiding van de jaarlijkse monitor veiligheidsbeleving naar het onderwijspersoneel 
  • Uitbreiding van de bestaande meld-, overleg- en aangifteplicht voor zedenmisdrijven met een meld- en overlegplicht voor seksuele intimidatie 
  • Invoering van een registratieplicht voor incidenten van sociale onveiligheid inclusief een meldplicht voor ernstige incidenten van sociale onveiligheid  
  • Versterking van het klachtenstelsel: verplichting om een interne én externe vertrouwenspersoon aan te stellen en om aan te sluiten bij een landelijke klachtencommissie. 
  • Uitbreiding van de monitoringsverplichting leerlingen funderend onderwijs 

Jaarlijkse veiligheidsmonitor voor onderwijspersoneel overbodig 

De PO-Raad kijkt kritisch naar het uitbreiden van de jaarlijkse veiligheidsmonitor naar onderwijspersoneel. Alle werkgevers, ook schoolbesturen, hebben vanuit de Arbowetgeving al de wettelijke verplichting om een Risicoinventarisatie & Evaluatie (RI&E) uit te voeren. Mocht de monitoring die volgt uit de RI&E niet voldoen, dan is het van belang om te kijken naar de monitoring sociale veiligheid van alle werknemers, niet alleen het onderwijspersoneel. 

Uit eigen onderzoek blijkt dat 71 procent van het onderwijspersoneel geen voorstander is van een jaarlijks veiligheidsonderzoek. Jaarlijkse monitoring zorgt voor een extra belasting. Bovendien laat de recent verschenen landelijke veiligheidsmonitor zien dat 95 tot 98 procent van de personeelsleden en leerlingen zich veilig voelt. Dit geeft geen aanleiding om de frequentie van monitoring te verhogen.  

Meer monitoren en melden heeft een averechts effect 

De voorgestelde uitbreiding van de bestaande meld-, overleg- en aangifteplicht en de invoering van een registratieplicht betekent in de praktijk meer monitoren en meer melden. De PO-Raad is van mening dat dit een averechts effect heeft op het realiseren van een open cultuur in de scholen, gericht op preventie en met onderling vertrouwen tussen medewerkers, leerlingen en ouders. De bestaande meldcode biedt het onderwijs voldoende handvatten om in het geval van ernstige incidenten te handelen en maatregelen te treffen. Bij ernstige incidenten en zedenmisdrijven hebben scholen nu al de plicht om dit conform te wet te melden bij de daarvoor ingestelde instanties. 

Zet in op preventieve en curatieve interventies 

De PO-Raad zet bij voorkeur in op preventieve en curatieve interventies. Met name jongeren in het funderend onderwijs overzien vaak (nog) niet de gevolgen van hun gedrag. Bovendien zitten zij in een leeftijd waarop wordt geëxperimenteerd. Het onderwijs heeft als taak om álle leerlingen te ondersteunen in hun ontwikkeling. Basisvoorwaarde daarvoor is onderling vertrouwen. Ondermijning daarvan via allerlei restricties in wet- en regelgeving dragen daar niet aan bij. 
 
Lees hier de volledige reactie van de PO-Raad op het wetsvoorstel. 

Een legklaslokaal met een stoel en bureau