Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Is het verplicht om een leerlijn 'sociaal-emotionele ontwikkeling' te hebben in het speciaal onderwijs?
Sociaal-emotionele ontwikkeling is een kerndoel in het speciaal onderwijs. Dat betekent dat een school zich moet kunnen verantwoorden over de lessen die ze aanbieden op dit gebied. In dit geval moet er aandacht zijn voor zowel emotionele ontwikkeling als de ontwikkeling van sociaal maatschappelijke competenties. Hierover kun je meer lezen in de Wet op Expertise centra (WEC) in artikel 11, lid 3 en 4. Wil je weten welke methoden hiervoor veel worden gebruikt in het speciaal onderwijs? Op de website van de Sectorraad GO staat een overzicht.
Zijn scholen voor speciaal (basis)onderwijs verplicht om een eindtoets af te nemen?
Ja, op grond van artikel 18b Wet op de expertise centra.
Wat zijn de referentieniveaus voor taal en rekenen?
Referentieniveaus beschrijven wat een leerling op het gebied van taal en rekenen moet beheersen op een bepaald moment in de schoolloopbaan. Hiermee krijgen scholen inzicht in het niveau van de leerling in elke fase van de opleiding, kunnen zij de leerling gericht helpen bij het verbeteren van de prestaties en wordt de basis gelegd voor een soepelere aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs.
Voor het primair onderwijs worden twee beheersingsniveaus onderscheiden:
- Het fundamentele niveau, 1F. Dit zouden alle leerlingen moeten beheersen om goed mee te kunnen doen in de maatschappij;
- Het streefniveau, dat is 1S (voor rekenen) en 2F (voor taal). Als leerlingen dit niveau beheersen, hebben zij voldoende bagage om door te stromen naar TL, HAVO of VWO.
De Referentieniveaus zijn vastgelegd in de Wet Referentieniveaus Nederlandse Taal en Rekenen en zijn van toepassing op het (speciaal) basisonderwijs en alle vormen van speciaal onderwijs, met uitzondering van zeer moeilijk lerende en meervoudig gehandicapte leerlingen (ZML en MG). Lees meer op de website van Stichting Leerplan Ontwikkeling.
Mag de school een verplichte ouderbijdrage vragen aan ouders van hoogbegaafde leerlingen?
Meer informatie over de ouderbijdrage voor activiteiten die voorzien in de ondersteuningsbehoefte van (begaafde) leerlingen kun je lezen op de website van de Rijksoverheid.
Hoe bepaal je het individueel professionaliseringsbudget?
Moeten wij bij het bepalen van de hoogte van het individueel professionaliseringsbudget rekening houden met de gemiddelde wtf van desbetreffend kalenderjaar of moeten we rekening houden met een andere methodiek?
De hoogte van het professionaliseringsbudget in art 9.3 lid 2 cao po in tijd en geld wordt berekend naar rato van de werktijdfactor per schooljaar en naar rato van hoelang de werknemer dat schooljaar in dienst is. Dus niet per kalenderjaar omdat overeenkomstig de definitie in artikel 1.1. cao po met ’jaar’ in artikel 9.3. cao po een schooljaar wordt bedoeld. Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli.
Elke werknemer in het OP en OOP heeft naar rato van de werktijdfactor recht op een individueel professionaliseringsbudget van € 500,= netto per jaar en 2 uren per werkweek (art 9.3 lid 2 cao po) per schooljaar.
Het individuele scholingsbudget voor 2020 en 2021 is verhoogd met €100,= per jaar naar rato van de werktijdfactor (artikel 9.8 lid 2 cao po).
Bestaat er een checklist voor het opstellen van een bestuursformatieplan?
De PO-Raad heeft geen uitgebreide checklist. Wel is er een beknopt overzicht waarmee u aan de slag kunt met het bestuursformatieplan.
In het bestuursformatieplan moet het bevoegd gezag aangeven welke functies van welke omvang, aard en niveau op korte en lange termijn noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de onderwijsdoelstellingen. Uit het bestuursformatieplan moet kunnen worden afgeleid welke functies boventallig zijn, voor welke omvang en waarom. Het bestuursformatieplan bevat vervolgens in ieder geval de volgende overzichten:
- Het meerjarenformatiebeleid en de prognoses;
- Een overzicht van de te besteden middelen en de lumpsumbekostiging;
- Een overzicht van de formatieopbouw en andere bestedingsdoelen;
- Een overzicht van de besteding van middelen, de vorming van reserves en voorzieningen en de overdracht van formatie.
Het bestuursformatieplan bevat bij voorkeur een toelichting bij de overzichten. Het verdient aanbeveling de keuzes in het bestuursformatieplan nader toe te lichten.
Bouwt een zieke werknemer in het tweede ziektejaar volledig pensioen op?
Een zieke werknemer blijft volledig pensioen opbouwen op grond van het Pensioenreglement ABP: “Als een deelnemer in een dienstverhouding door ziekte, verlof, of een andere hem persoonlijk betreffende omstandigheid zijn inkomen niet of niet volledig geniet, wordt onder pensioengevend inkomen verstaan het inkomen dat voor hem zou hebben gegolden als die omstandigheid zich niet zou hebben voorgedaan”.
In de Pensioenovereenkomst staat in artikel 4 lid 10:
Van de overheidswerknemer die slechts een gedeelte van zijn inkomen geniet omdat hij wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking uit te oefenen, wordt het premieverhaal naar evenredigheid verminderd.
Dit houdt in dat de pensioenopbouw van de zieke werknemer 100% is en dat de werkgever zorgt voor volledige afdracht van de premie. De korting op het salaris van 30% houdt in dat de werknemer over 70% van zijn inkomen het werknemersdeel van de pensioenpremie afdraagt. Het restant komt derhalve voor rekening van de werkgever.
Ik wil op school aan de slag met werkdruk, hoe pak ik dat aan?
Werkdruk is een veelkoppig monster. Er zijn ontzettend veel aspecten die ervoor kunnen zorgen dat een leraar een hoge werkdruk ervaart. Die aspecten zijn verschillend per school en per persoon. Dat maakt dat de aanpak van werkdruk in moet spelen op deze verschillen.
Volgens onderzoek van TNO kan werkdruk het best worden aangepakt door vijf stappen te doorlopen. Aan de hand van deze stappen wordt beschreven hoe scholen om kunnen gaan met werkdruk en welke hulpmiddelen daarvoor beschikbaar zijn.
1. Bepalen of er sprake is van werkdruk
Om werkdruk goed aan te pakken is het belangrijk dat scholen eerst de huidige situatie analyseren. In hoeverre is er op school sprake van werkdruk? De ervaren werkdruk is onderdeel van de RI&E cyclus. Speciaal voor het primair onderwijs heeft het Vervangingsfonds de Arbomeester ontwikkeld. De Arbomeester is het branche erkende instrument om een RI & E uit te voeren. In de week van de werkstress zal de Arbocatalogus PO een ‘Werkdrukspel’ lanceren. Dit Werkdrukspel kan worden gebruikt om het gesprek over werkdruk op school voeren.
2. Achterhalen waar werkdruk vandaan komt
Als is vastgesteld dat er op school inderdaad een hoge werkdruk wordt ervaren, is het belangrijk om te onderzoeken waar die precies vandaan komt. Maatregelen kunnen dan gerichter worden ingezet. Om uit te zoeken waar de werkdruk vandaan komt kan gebruik worden gemaakt van de werkdrukscan. De werkdrukscan is speciaal voor het primair onderwijs ontwikkeld door het Vervangingsfonds.
3. Plan van aanpak opstellen
Bij het verlagen van de werkdruk kunnen veel verschillende maatregelen worden genomen. Als duidelijk is waar het probleem precies vandaan komt, kan een plan van aanpak worden opgesteld. Voor een aantal knelpunten biedt de Arbocatalogus PO manieren om ze op te lossen. Ook wordt op de website van de Arbocatalogus PO verwezen naar andere websites en instanties waar bruikbare informatie over het oplossen van werkdruk kan worden gevonden. Wij willen dat leraren en teams zo veel mogelijk zeggenschap krijgen over de aanpak van werkdruk bij hun op school.
4. Plan van aanpak uitvoeren
Als er een plan van aanpak ligt over hoe werkdruk kan worden verlaagt, moet het plan uiteraard worden uitgevoerd.
5. Evaluatie
Nadat het plan van aanpak is uitgevoerd, moet worden geëvalueerd of het plan het beoogde effect heeft gehad. Is de werkdruk ook echt verlaagd? En welke maatregelen werken wel en niet?
Voor meer informatie over de aanpak, kijk op de website van TNO.
Meer weten?
Kijk ook eens bij het thema Werkgeverszaken of het onderwerp HRM.