Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Is bewegingsonderwijs verplicht voor groep 3 en 4 van het primair onderwijs?
Vanaf 2023 is het verplicht om minimaal 2 uur per week bewegingsonderwijs (of gymlessen) te geven aan alle leerlingen op de basisschool. Dat staat in artikel 9 Wpo nieuw, Kamerstukken II 2019/2020, 35102, nr. 13.
Wat zijn de referentieniveaus voor taal en rekenen?
Referentieniveaus beschrijven wat een leerling op het gebied van taal en rekenen moet beheersen op een bepaald moment in de schoolloopbaan. Hiermee krijgen scholen inzicht in het niveau van de leerling in elke fase van de opleiding, kunnen zij de leerling gericht helpen bij het verbeteren van de prestaties en wordt de basis gelegd voor een soepelere aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs.
Voor het primair onderwijs worden twee beheersingsniveaus onderscheiden:
- Het fundamentele niveau, 1F. Dit zouden alle leerlingen moeten beheersen om goed mee te kunnen doen in de maatschappij;
- Het streefniveau, dat is 1S (voor rekenen) en 2F (voor taal). Als leerlingen dit niveau beheersen, hebben zij voldoende bagage om door te stromen naar TL, HAVO of VWO.
De Referentieniveaus zijn vastgelegd in de Wet Referentieniveaus Nederlandse Taal en Rekenen en zijn van toepassing op het (speciaal) basisonderwijs en alle vormen van speciaal onderwijs, met uitzondering van zeer moeilijk lerende en meervoudig gehandicapte leerlingen (ZML en MG). Lees meer op de website van Stichting Leerplan Ontwikkeling.
Wanneer komt een school in aanmerking voor bijzondere bekostiging van nieuwkomers?
Als er minimaal 4 nieuwkomersleerlingen op één BRIN-nummer staan ingeschreven die korter dan één jaar in Nederland zijn. Onder nieuwkomers verstaan we asielzoekers, statushouderskinderen en/of overige vreemdelingenkinderen. Er zijn 4 peilmomenten per jaar. Voor nieuwkomers die tussen 1en 4 jaar in Nederland zijn, kan bijzondere bekostiging worden aangevraagd. Meer informatie hierover is te vinden op de website van Lowan of stel uw vraag aan onze adviseur Boudien Bakker.
Welke aanpassingen en/of uitzonderingen zijn er voor kinderen die topsport bedrijven?
Soms moet een leerling met bijzondere sporttalenten school verzuimen vanwege deze talenten. De Leerplichtwet biedt hiervoor geen vrijstelling, maar binnen de reguliere onderwijswetgeving kan de school afspraken maken met ouders over vrijstelling van bepaalde onderwijsactiviteiten. Zie hiervoor artikel 41 lid 2 Wet op het primair onderwijs. Het moeten structurele afspraken zijn die elk jaar opnieuw aan het begin van het schooljaar worden gemaakt. Spontane en/of incidentele verzoeken voor verzuim vallen hier niet onder. Het belang dat een leerling voldoende onderwijs volgt staat voorop. Voor meer informatie kun je contact opnemen met het Expertise Centrum Voortgezet Onderwijs en Topsport.
Bewegingsonderwijs
Scholen kunnen met kwalitatief goed bewegingsonderwijs een gezonde leefstijl bij kinderen stimuleren. Maar die gezonde leefstijl is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, gemeenten, scholen en de hele maatschappij.
Kwalitatief goed bewegingsonderwijs draagt bij aan de motorische, sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Er zijn aanwijzingen dat sport en bewegen bijdraagt aan betere onderwijsresultaten en de kans op verzuim en uitval verminderen. Goed bewegingsonderwijs levert daarnaast een bijdrage aan een actieve en gezonde leefstijl van kinderen.
Bewegingsonderwijs in de wet
Vanaf 2023 zijn scholen verplicht om voor iedere basisschoolleerling een minimum aantal lesuren bewegingsonderwijs te verzorgen. Scholen zijn zelf verantwoordelijk om minstens twee lesuren per week in te roosteren. Bewegingsonderwijs biedt een veelzijdig aanbod, draagt bij aan effectievere beweegtijd en versterkt de relatie tussen de (vak)leerdrachten en de leerlingen.
Het is van belang dat de kerndoelen bewegingsonderwijs worden nagestreefd om de effectiviteit van het programma bewegingsonderwijs te behouden. In samenwerking met organisaties voor sport en spel is het op veel scholen in Nederland mogelijk om meer (les)uren beweging(-sonderwijs) te krijgen. PO-Raad vindt dat een minimumaantal lesuren voor een specifiek programmaonderdeel niet past bij de vrije invulling van onderwijs, maar veel bewegen (op school) wél onderdeel is van een gezonde leefstijl.
De website gemaakt voor de (subsidie) impuls bewegingsonderwijs biedt veel antwoorden en inspiratie in dit kader.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Om een gezonde leefstijl van leerlingen te bevorderen en stimuleren, is ook nodig dat ze gezond eten, gezond leven en niet roken. Dat moet niet alleen op school gebeuren maar ook thuis, in de pauze, na schooltijd en onderweg naar huis. Een gezonde leefstijl van kinderen stimuleren is dan ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid van scholen, gemeenten, ouders, de hele maatschappij, vindt de PO-Raad. Ook buiten lesuren om stimuleren scholen gezond gedrag van leerlingen. Verschillende scholen kiezen er bewust voor om hiervoor themalessen of schoolpleinen in te zetten. Zij werken bijvoorbeeld samen met sportverenigingen en zetten zich in om een Gezonde School te worden.
Kijk voor meer achtergrondinformatie ook eens bij het onderdeel bewegen en een gezonde leefstijl.
Burgerschapsonderwijs
Burgerschap is een basisvaardigheid. Scholen bereiden leerlingen voor op hun latere functioneren in de maatschappij. Daar hebben zij niet alleen de basisvaardigheden taal en rekenen voor nodig, maar ook kennis om als zelfstandige burgers te kunnen leven. Het gaat dan bijvoorbeeld om kennis van democratie, politieke besluitvorming en mensenrechten en om het omgaan met maatschappelijke diversiteit.
Scholen zijn wettelijk verplicht burgerschapsonderwijs te verzorgen en geven dit vanuit hun eigen visie vorm. Het ontwikkelen van burgerschapscompetenties van leerlingen is een kerntaak van het onderwijs. Dit draagt eraan bij dat zij hun eigen normen en waarden herkennen en daarmee een eigen identiteit kunnen vormen.
Scholen zijn wettelijk verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Dat hoeft niet in een apart vak. Burgerschap kan in andere vakken worden geïntegreerd en daar is de PO-Raad voorstander van.
Gezamenlijke taak
De PO-Raad vindt het ook van belang dat scholen hun burgerschapsopdracht delen. In de eerste plaats met ouders, de belangrijkste pedagogische partners van de school, maar ook in bredere zin met het gezin, de wijk, verenigingen, de overheid en andere socialiserende instanties zoals de kinderopvang. Ook zij hebben een taak leerlingen burgerschapscompetenties bij te brengen.
Meer weten?
Voor meer inhoudelijke informatie over Burgerschap en ondersteuning bij het inbedden ervan in het eigen onderwijs, biedt de website van het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) uitkomst.
Curriculumontwikkeling
Houd de kerndoelen, die voorschrijven wat een leerling aan het eind van zijn basisschoolcarrière per vak moet kennen en kunnen, op gezette tijden tegen het licht.
Om leerlingen voor te bereiden op de toekomst, moet het onderwijs toekomstbestendig gehouden worden. Daarom moeten de kerndoelen op gezette tijden tegen het licht gehouden worden. Maar zorgen voor toekomstbestendig onderwijs betekent ook: leraren en schoolleiders die zich verder blijven ontwikkelen.