Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Valt schoolzwemmen ook onder de 2 uur gym die vanaf schooljaar 2023/2024 verplicht gegeven moet worden?
Op grond van artikel 126 lid 2 WPO moet er vanaf schooljaar 2023/2024 verplicht 2 uur gym gegeven worden. Daarbij geldt dat de gymles, verplicht gegeven moet worden door een bevoegde leerkracht (ALO, of PABO met LO-bevoegdheid).
Het structureel aanbieden van diplomazwemmen is geen onderdeel van het curriculum voor bewegingsonderwijs. Kennismaken met drijven[1] en verplaatsen in het water behoort wel tot de mogelijkheden (in de vorm van een natte gymles met als inhoud de bewegingsleerlijnen). Er moet voldoende aandacht en tijd besteed kunnen worden aan de twaalf leerlijnen bewegingsonderwijs die vallen onder de kerndoelen. Bij een natte gymles moet bovendien stilgestaan worden bij de extra risico's die bewegen in het water met zich meebrengt (denk onder meer aan voldoende toezicht, duidelijke instructies, nalopen van zwemdiploma's en afspraken met het zwembad en de daar werkende instructeurs en toezichthouders.
Het diplomazwemmen kan wel naast de 2 lessen bewegingsonderwijs aangeboden worden, net als reddend zwemmen, wedstrijdzwemmen en overlevingstechnieken.
[1] Onder drijvend verplaatsen worden o.a. de volgende activiteiten bedoeld; Suppen, waterpolo, snorkelen, roeien, zeilen, surfen.
Sinds het schooljaar 2018-2019 zijn er extra middelen voor werkdrukverlaging beschikbaar (werkdrukakkoord). Wat is het bedrag per leerling?
In het schooljaar 2021-2022 gaat het om € 258,67 per leerling; het bedrag per leerling in het speciaal basisonderwijs bedraagt € 388,01 per leerling en het bedrag per leerling in het (voortgezet) speciaal onderwijs bedraagt € 517,34.
Deze bedragen maken deel uit van het budget voor personeels- en arbeidsmarkt beleid. Vanaf 1 januari 2023 (vereenvoudiging bekostiging) maken de werkdrukmiddelen deel uit van het bedrag per leerling.
Voor werkdrukmiddelen geldt dat schoolteams bepalen hoe dit geld wordt ingezet. De verantwoording over de werkdrukmiddelen loopt uiteindelijk via het schoolbestuur. In het jaarverslag wordt verantwoord hoe de werkdrukmiddelen zijn ingezet en of de procesafspraken uit het werkdrukakkoord goed zijn gevolgd.
In de toolbox werkdrumiddelen is een model beschikbaar ter ondersteuning van inzet en proces.
De werkdrukmiddelen worden per instellingscode (v.h. brinnummer) toegekend. Mogen we die middelen bundelen en bovenschools inzetten?
Nee. Het bestedingsplan wordt op schoolniveau bepaald en vereist instemming door de personeelsgeleding van de MR van de school.
Is bewegingsonderwijs verplicht voor groep 3 en 4 van het primair onderwijs?
Vanaf 2023 is het verplicht om minimaal 2 uur per week bewegingsonderwijs (of gymlessen) te geven aan alle leerlingen op de basisschool. Dat staat in artikel 9 Wpo nieuw, Kamerstukken II 2019/2020, 35102, nr. 13.
Welke aanpassingen en/of uitzonderingen zijn er voor kinderen die topsport bedrijven?
Soms moet een leerling met bijzondere sporttalenten school verzuimen vanwege deze talenten. De Leerplichtwet biedt hiervoor geen vrijstelling, maar binnen de reguliere onderwijswetgeving kan de school afspraken maken met ouders over vrijstelling van bepaalde onderwijsactiviteiten. Zie hiervoor artikel 41 lid 2 Wet op het primair onderwijs. Het moeten structurele afspraken zijn die elk jaar opnieuw aan het begin van het schooljaar worden gemaakt. Spontane en/of incidentele verzoeken voor verzuim vallen hier niet onder. Het belang dat een leerling voldoende onderwijs volgt staat voorop. Voor meer informatie kun je contact opnemen met het Expertise Centrum Voortgezet Onderwijs en Topsport.
Voldoe je aan de verplichtingen uit de Participatiewet als we iemand uit de doelgroep detacheren?
Ja, dat kan. Iemand uit de doelgroep die bij een schoolbestuur wordt gedetacheerd, telt mee voor de banenafspraak. Een payroll-constructie of een uitzendcontract tellen niet mee. Ook het inkopen van diensten telt op dit moment (nog) niet mee. Er wordt in de Tweede Kamer wel een discussie gevoerd om inkoop van diensten wel mee te laten tellen bij de ‘inkopende’ partij.