Nieuws

Boerkaverbod vanaf 1 augustus van kracht op school

Per 1 augustus 2019 treedt in Nederland de Wet Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding in werking. Ook onderwijsinstellingen krijgen hiermee te maken. De PO-Raad ziet geen meerwaarde van de wet. Zij vindt dat scholen prima in staat zijn zelf beleid te maken met betrekking tot communicatie en kledingvoorschriften.

Wat zegt deze wet precies?

De Wet Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding stelt dat er een verbod is op het dragen van kleding die het gezicht geheel bedekt of zodanig bedekt dat alleen de ogen onbedekt zijn, of onherkenbaar maakt. Het verbod geldt voor alle vormen van gezichtsbedekking zoals bivakmutsen, boerka’s, niqabs en integraalhelmen. Een hoofddoek, een geschminkt gezicht, een sluier die het gezicht niet bedekt of een hoofddeksel valt niet onder het verbod. Incidentele gezichtsbedekking, zoals een masker met een Halloweenfeest of carnaval, is wél toegestaan. Het verbod geldt in onderwijsinstellingen, het openbaar vervoer, overheidsinstellingen en zorginstellingen.

Wat vindt de PO-Raad?

De PO-Raad is kritisch over de wet. Er zijn in Nederland maar zeer weinig ouders met gezichtsbedekkende kleding. Het zou voor leerlingen schadelijk zijn als deze ouders niet meer op school komen. Gevallen waarin leerlingen gezichtsbedekkende kleding dragen zijn bij de PO-Raad überhaupt niet bekend. Veel scholen kennen al kledingvoorschriften die opgenomen staan in de schoolgids, waarmee zij laten zien dat zij zorgvuldig omgaan met de relatie en communicatie tussen school, leerlingen en ouders.

Scholen hebben overigens geen formele rol in de handhaving van het verbod. Wel kunnen schooldirecteuren en medewerkers vanaf 1 augustus 2019 weigeren om met ouders te spreken die gezichtsbedekkende kleding dragen. Zij zijn echter niet in overtreding als zij ouders er niet op aanspreken.

Meer informatie

Stichting School & Veiligheid biedt scholen aanvullende informatie hoe zij om kunnen gaan met het verbod.