Blog

Rinda den Besten: 'Met vier jaar naar school is laat’

Nederland is één van de weinige landen in West-Europa waar kinderen pas op vierjarige leeftijd samen naar school gaan. Grote kans dat ik met deze eerste zin al uw irritatie heb gewekt. Hoezo ‘pas’? Wil de PO-Raad de leerplicht nóg eerder in laten gaan? Laat die peuters toch met rust!

Over de betekenis van het woord ‘school’ valt te discussiëren, maar feit is dat in Duitsland, België, Engeland en de Scandinavische landen kinderen al op jongere leeftijd naar een door het Rijk bekostigde voorziening kunnen. Daar is geen onderscheid tussen peuterspeelzaal, kinderopvang en vve en basisschool. Tussen kinderen van werkende en niet werkende ouders. Iedereen is welkom en ieder kind krijgt vanaf de start dezelfde kansen. Daar kunnen wij wat van leren, vind ik.

85% vindt dat er één verantwoordelijk ministerie voor het kind van 0 tot 18 jaar nodig is om de voorzieningen voor kinderen te kunnen integreren.

En ik ben niet de enige. Wij hebben namelijk een aantal stellingen voorgehouden aan onze achterban, waar 263 schoolbestuurders op reageerden. De resultaten stemmen mij optimistisch. Bijna driekwart van deze leden wil dat alle peuters in Nederland toegang krijgen tot dezelfde voorzieningen, het zogenoemde ‘ontwikkelrecht’. Dit betekent dat sinds we in 2013 voor het eerst een manifest voor één basisvoorziening uitbrachten, de steun voor deze ontwikkeling is toegenomen in onze sector.

Daarmee samenhangend: 85% vindt dat er één verantwoordelijk ministerie voor het kind van 0 tot 18 jaar nodig is om de voorzieningen voor kinderen te kunnen integreren. Een duidelijk signaal. Zo’n ministerie zou volgens mij ook enorm helpen bij het verbeteren van preventie, vroegsignalering en het vinden van de weg naar de juiste zorg voor een kind. Ik ben benieuwd wat het antwoord op deze stelling zou zijn vanuit de hoek van de zorg, de kinderopvang, de ouders. En van de ministeries zelf natuurlijk. Na gisteren liggen alle opties weer open zou je denken.  

Ik zie veel ‘bedrijfsverzamelgebouwen’: samen onder één dak, maar met de tussendeur letterlijk gesloten.

Ook opvallend: meer dan de helft van de deelnemers aan onze enquête heeft al een IKC of heeft concrete plannen om een IKC in te richten, maar tegelijkertijd zegt 71% dat het onmogelijk is volledig in één organisatie op te gaan. Veel scholen en kinderopvangorganisaties werken wel intensief samen, soms ook met zorgaanbieders, maar dat gebeurt nog vaak vanuit aparte organisaties met ieder hun eigen financieringsstromen, arbo-normen en cao’s. Ik zie veel ‘bedrijfsverzamelgebouwen’: samen onder één dak, maar met de tussendeur letterlijk gesloten.

Schoolbesturen die al met een kindcentrum bezig zijn, moeten ingewikkelde juridische constructies bedenken waarop notarissen en adviesbureaus financieel binnenlopen. Doe je dit niet en negeer je wet- en regelgeving, dan riskeer je waarschuwingen, forse btw-naheffingen of terugvorderingen van onderwijsgeld door de inspectie, wanneer je dit hebt ingezet voor andere doeleinden dan onderwijs. Niet verwonderlijk dus, dat in onze peiling de meest genoemde reden voor schoolbestuurders en schoolleiders om NIET voor een IKC te kiezen, is dat de wet en regelgeving niet stimulerend werkt.

Bij een themaproject mogen peuters niet in één ruimte samenwerken met basisschoolkinderen. Dat is triest.

Dat die restricties in de praktijk tot veel gedoe leiden, zag ik pas nog met eigen ogen op een IKC in Drenthe. De intern begeleider van de school mag geen peuters observeren en niet structureel overleggen met de kinderopvang over wat nodig is voor de aanstaande groep-1-leerlingen. De registraties en volgsystemen zijn niet op elkaar afgestemd. Bij een themaproject mogen peuters niet in één ruimte samenwerken met basisschoolkinderen. Dat is triest.

Gelukkig hebben kinderopvangorganisaties, de PO-Raad, gemeenten en peuterspeelzalen elkaar inmiddels gevonden met een vijf partijen akkoord en realiseren veel school- en kinderopvangbesturen tegen de klippen op toch die doorgaande lijn. Nu de politiek nog.

Zo’n peiling geeft een goed beeld van de kant die we op moeten, maar roept ook altijd weer veel nieuwe vragen op. Zeker op punten waarover nog veel verdeeldheid is: moet zo’n basisvoorziening nu gelden vanaf twee jaar of vanaf nul jaar? Wie moet de regie hebben in een IKC? 

Als onze peiling één ding duidelijk maakt, is het wel dat een nieuw kabinet zich serieus moet gaan verdiepen in het jonge kind. Willen we écht recht doen aan verschillen, geef dan ieder kind een ontwikkelrecht. En creëer een rijke speel- en leeromgeving voor alle kinderen, waar ze samenkomen, elkaar ontmoeten en samen spelenderwijs gaan leren. Ik voorspel: over een paar jaar brengt iedereen zijn kind van baby af aan naar diezelfde voorziening, of die nu school, speelzaal of opvang heet. Niet omdat het moet, maar omdat het het goede is.

Verder praten over IKC-ontwikkeling en doorgaande lijnen? Kom dan in juni naar één van onze IKC-dagen op locatie.