Praktijkvoorbeeld

Je onderwijs flexibel organiseren en verbeteren - Agora deed een proef met vakdocenten

24 basisscholen in de Zaanstreek. Dorpsscholen, scholen met stedelijke uitdagingen. Grote en kleine scholen én een IKC voor speciaal basisonderwijs. Volop diversiteit dus, onder de scholen van Stichting Agora. Allemaal hebben ze te maken met onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen en het lerarentekort – redenen om de inrichting van het onderwijs onder de loep te nemen.

Welke flexibele organisatievormen zijn mogelijk en hoe kunnen die bijdragen aan beter onderwijs? Wat vraagt het anders organiseren van leidinggevenden en hoe doe je recht aan verschillen tussen scholen? Agora ging aan de slag met een innovatievraag. De eerste stap: vakdocenten de school in. 

Resultaat

Om te onderzoeken welke flexibele organisatievormen er mogelijk zijn en hoe die kunnen bijdragen aan beter onderwijs, diende Agora in 2020 een innovatievraag in bij de PO-Raad. De stichting startte met een pilot op een van de 24 scholen, in de groepen 6, 7 en 8. Daar stonden vakdocenten, zoals een muziekdocent en een techniekdocent, halve dagen voor de groep. 

Hoe ging het? 

  • Agora heeft veel positieve ervaringen opgedaan. Als de vakdocenten er zijn, gaan de groepsleraren de klas uit; zo ontstaat er voor hen ruimte in de agenda. Zij kunnen dan invallen bij ziekte van een collega uit een andere groep of werken met een groepje meerbegaafde leerlingen. 

  • De lessen van de vakdocenten zijn een verrijking van het curriculum. De groepsleraren leggen de focus op rekenen, taal en de zaakvakken. De 21e-eeuwse vaardigheden komen meer aan bod bij de vakdocenten. Projectleider Ronald Overboom: “De vakdocenten komen niet even ‘iets leuks doen’, maar leveren een kwalitatieve bijdrage aan het lesaanbod.”  

  • De pilotschool doet veel praktische inzichten op. Het blijkt voor het vak beeldende kunsten bijvoorbeeld handiger om de kinderen naar een ‘vast’ lokaal te brengen in plaats van alle materialen van klas naar klas te verplaatsen. 

  • Alle (succes)verhalen en voorbeelden worden verzameld op een interne website, zodat ook andere scholen binnen de onderwijsstichting uit de Zaanstreekinspiratie kunnen opdoen. 

Tip voor leidinggevenden

Wees duidelijk over je verwachtingen en breng de juiste partijen samen. Innoveren is een kwestie van samen durven, ontdekken en uitproberen.  

Achtergrond

Agora is een stichting voor bijzonder primair onderwijs en heeft 24 basisscholen in de Zaanstreek. Het werkgebied is uitgestrekt en daardoor kent de stichting veel variëteit in onder andere onderwijsconcepten, grootte van scholen (stad versus dorp) en populatie. 

Door onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen en het toenemende lerarentekort ontstond bij Agora de behoefte om anders te kijken naar de inrichting van het onderwijs. 

Vanwege de diversiteit aan scholen, is er niet één en dezelfde oplossing mogelijk. Daarom gaat elke school op zoek naar een eigen, passende manier van flexibel organiseren. Denk aan het inzetten van ‘anders bevoegden’ zoals kunstenaars, flexibelere onderwijstijden en nieuwe samenwerkingen. Het kan om ingrijpende aanpassingen gaan, maar ook om kleinere, zoals de inzet van ICT-middelen. Belangrijk is dat de kwaliteit van het onderwijs behouden of liefst nog verbeterd wordt. 

Om te onderzoeken wat werkt en wat niet, diende Agora een innovatievraag in: ‘Hoe kunnen we flexibel organiseren met behoud van kwaliteit en diversiteit?’ 

kunstenaar voor de klas
Proces

Om te onderzoeken hoe de Agora-scholen hun onderwijs flexibel kunnen organiseren met behoud van kwaliteit en diversiteit, startte de organisatie in het schooljaar 2020/2021 met twee pilots. Bij de eerste pilot stonden vakdocenten, zoals een muziekdocent en een techniekdocent, halve dagen voor de groepen 6, 7 en 8. 

Leraren begeleiden

Natuurlijk waren er de nodige hobbels op de weg, vertelt projectleider Ronald Overboom. “Er is veel tijd gaan zitten in de voorbereiding van de pilot, maar ook in het begeleiden van leraren die het soms lastig vonden. Dit ging vooral om het gevoel iets uit handen te geven waar je geen grip meer op hebt. Sommige leerkrachten gaven aan dat de ‘leuke dingen’ bij hen weggehaald werden. Maar toen dat eenmaal goed afgestemd was en de boel ging draaien, ontstond enthousiasme om samen met de vakdocenten aan de slag te gaan.”  

Succescriteria 

De schoolleiders wilden de pilot doelgericht starten, zodat er ook duidelijke (leer)opbrengsten zouden zijn. Daarvoor formuleerden zij samen met het team succescriteria. De criteria waren onder andere dat er sprake moest zijn van een breed aanbod en dat leerlingen kennis en vaardigheden konden opdoen door verwondering en door zelf te creëren. Maar ook dat er afstemming moest zijn met doorgaande leerlijnen en dat vakdocenten iets extra’s kwamen brengen, zoals ICT-vaardigheden.  

We willen de good practices vertalen naar de andere scholen

Leren van ervaringen

De ervaringen uit de eerste pilot dienen ook weer als startpunt voor een tweede pilot. Overboom: “We willen de good practices vertalen naar de andere scholen van Agora.” Deze tweede pilot is gericht op verlengde leertijd en start in het voorjaar van 2021, op een andere school binnen de stichting. De gastdocenten die tijdens schooltijd het aanbod verzorgen, gaan dat ook tijdens de verlengde leertijd doen. Dit aanbod is gericht op taalontwikkeling, burgerschap en betrokkenheid. 

 

Logo
Organisatie

Stichting Agora

Verhalen bij dit praktijkvoorbeeld

Onze professionals staan voor je klaar

Stel je vraag of zoek een opleiding

Contact met de Juridische Helpdesk

Heb je een juridisch vraag? Als lid van de PO-Raad kun je via de pagina van de Juridische helpdesk je vraag stellen op Mijn PO-Raad (na het inloggen in het ledenportaal).

Voor dringende vragen bel met 030 - 31 00 933. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 – 12.00 uur.

Helpdesk 2 mensen praten