Privacyuitdagingen Onderwijs: AP roept op tot Actie
Het onderwijs staat nog voor grote vraagstukken rondom de bescherming van persoonsgegevens. Dat is een van de belangrijkste conclusies in het gisteren gepubliceerde Sectorbeeld Onderwijs. Vooral het gebruik van artificiële intelligentie en algoritmes in het onderwijs brengt grote risico’s met zich mee, aldus de Autoriteit Persoonsgegevens.
Belangrijkste trends
Algoritmes spelen onder andere een rol bij de inzet van adaptieve leermiddelen. De AP wijst op de risico’s die hieraan kleven. Hoewel deze leermiddelen in theorie bijdragen aan onderwijs op maat, kan deze technologie onvoldoende rekening houden met de complexe werkelijkheid – zoals een ongemotiveerde leerling of dyslexie.
Vooral op het gebied van kansenongelijkheid is digitalisering een continue afweging.
Niet iedere leerling beschikt immers thuis over een goedwerkende digitale infrastructuur. De verantwoordelijkheid dat elke leerling beschikt over de benodigde software, hardware en digitale leeromgeving hoort bij de scholen en/of gemeente te liggen. Daarbij bieden digitale leermiddelen grote voordelen voor thuiszitters en leerlingen in het speciaal onderwijs.
In het sectorbeeld worden naast AI, algoritmes en kansenongelijkheid andere trends opgemerkt. Zo wijst de Autoriteit Persoonsgegevens ook op het gebruik van schaduw-ICT in het onderwijs. Dit zijn bruikbare apps die door docenten worden ingezet maar waar onvoldoende rekening wordt gehouden met de privacy van leerlingen en data-eigenaarschap. Ook dringen maatschappelijke uitdagingen sterk door in het onderwijs. Voorbeelden zijn het psychisch welzijn van leerlingen, veiligheid en de terugdringing van verzuim. Hoewel de intenties begrijpelijk zijn, wijst de AP op de AVG-grondslag die noodzakelijk is bij het uitwisselen van data voor deze doeleinden.
Ontwikkelingen sinds 2021
Tegelijkertijd benadrukt de Autoriteit Persoonsgegevens dat het funderend onderwijs de afgelopen jaren een aantal belangrijke stappen heeft gezet op het privacydossier. Zo voert inkoopcoöperatie SIVON data protection impact assesments (DPIA’s) op veelgebruikte digitale middelen in het onderwijs. Dit heeft een positieve impact op de digitale veiligheid van deze digitale (leer)middelen.
Ook het programma Digitaal Veilig Onderwijs speelt een belangrijke rol in de beveiliging van persoonsgegevens. De PO-Raad en VO-raad zijn mede-initiatiefnemers van dit programma. Een belangrijke uitkomst is het normenkader voor informatiebeveiliging en privacy, waar alle scholen in het funderend onderwijs vanaf 2027 aan moeten voldoen. Dit kader biedt houvast voor de gehele sector bij de vraag hoe een school haar digitale veiligheid op orde kan hebben. Ook het programma Edu-V – gericht op digitale leermiddelen – streeft naar een positieve bijdrage aan de cyberveiligheid van digitale leermiddelen en daarmee aan het onderwijs.
De PO-Raad erkent de risico’s die de Autoriteit Persoonsgegevens onderscheidt in haar sectorbeeld. We erkennen het belang van een goede dialoog over het gebruik van AI binnen het onderwijs. Tegelijkertijd benadrukt de onderwijskoepel de belangrijke stappen die de afgelopen jaren zijn genomen om privacy en informatiebeveiliging in het onderwijs te verbeteren. Alleen door ons samen als sector in te blijven zetten op deze dossiers, kunnen we de cyberveiligheid in het onderwijs verbeteren.