“De Sectorrapportage laat met cijfers zien hoe het echt met de overgang van po naar vo zit”
De Sectorrapportage laat zien dat het lerarentekort en de kansenongelijkheid in het Nederlandse onderwijs nog steeds toenemen. Ook basisschool De Zonnewende in Apeldoorn, waar schoolleider Niels Tiemessen werkt, kampt met deze problemen. Hoe pakt zijn school deze problemen aan? En wat vindt Tiemessen van de huidige overgang van po naar vo en latere selectie?
Tiemessen begon in het onderwijs als leerkracht en groeide door naar locatieleider en directeur. Na een uitstapje van vier jaar als programmamanager Goed worden, goed blijven bij de PO-Raad werkt hij nu als schoolleider. “De Zonnewende is een daltonschool van zo’n zeshonderd leerlingen. Samen met het MT vorm ik sinds 1 januari 2022 een mooi team. Ik zit hier echt op mijn plek.” Toch ligt ook Tiemessen wel eens wakker van de huidige problemen in het onderwijs. Het lerarentekort is een van zijn grootste hoofdpijndossiers: “De basisformatie is te doen, die hebben we wel op orde. Maar daar is alles ook mee gezegd. Er moet in de loop van het schooljaar niets geks gaan gebeuren. Ziektevervanging is al lastig. En tijdens een griepgolf kun je de vervangingspool wel bellen, maar er is dan niemand.” Scholen met een complexere leerlingpopulatie komen sowieso moeilijker aan leerkrachten, weet hij. “Leraren hebben het voor het uitkiezen en kunnen rustig kijken welk onderwijsconcept bij hen past en welke klassen ze willen lesgeven.”
Schoolleiderstekort
Om de tekorten op te vangen besteedt de Zonnewende ook aandacht aan het opleiden van zij-instromers. “Niet per se voor onze eigen school, maar als wij iemand kunnen opleiden leveren we een bijdrage aan het bestrijden van de tekorten in de sector. Als grote school kunnen we dat makkelijker doen.”
Het lerarentekort, maar ook het tekort aan schoolleiders, komt op een moment dat veel leraren en schooldirecteuren in het onderwijs toch al in de overleefstand staan, ziet Tiemessen. “Mijn collega’s hebben echt pittige jaren gehad tijdens de coronacrisis. Er moest zoveel geregeld worden. De werkdruk was heel hoog de afgelopen schooljaren. Een deel van mijn collega’s is overvraagd. En dat terwijl de schoolleider, vaak in combinatie met de ib’er, cruciaal is voor de onderwijskwaliteit.”
Ongelijk verdeeld
Naast de personeelstekorten maakt Tiemessen zich ook zorgen over de ongelijke kansen van leerlingen in het onderwijs. “Een aantal kinderen heeft door corona vertraging opgelopen, maar dat is niet eens het grootste probleem. Erger is dat kinderen in Nederland die toch al een achterstand hadden, die kleiner wonen en geen device of wifi hebben, nog verder achterop zijn geraakt. De verschillen zijn nog verder vergroot. Het is heel ongelijk verdeeld.” Dat geldt over het algemeen niet voor de kinderen op de school van Tiemessen: “Hier kunnen we als het moet overschakelen naar online onderwijs. De meeste kinderen hebben thuis voldoende ruimte en faciliteiten.”
Kansrijk adviseren
Kansrijk adviseren is wel een thema dat ook op de Zonnewende speelt. Tiemessen: “Maar dat betekent niet altijd dat we het hoogst mogelijke advies geven. In de praktijk kan het geven van het schooladvies heel ingewikkeld zijn. Je kunt immers moeilijk voorspellen welke ontwikkeling een leerling gaat doormaken. Je moet het doen met de werkhouding en toetsresultaten tot nu toe. In afstemming met ouders en de leerling zijn we steeds op zoek naar de meest kansrijke plek voor een kind.”
Hoe kijkt Tiemessen naar de huidige ideeën over latere selectie? “We selecteren nu idioot vroeg. En we delen kinderen in belachelijk strakke hokjes in. Wat is een typische havist? De verschillen tussen de onderwijssoorten zijn veel kleiner dan ons systeem suggereert.”
Soepele overgang
Op welke leeftijd we ook selecteren, je zult altijd extra moeite moeten doen voor kinderen uit kansarme gezinnen, vindt Tiemessen. In zijn po/vo-bestuur bestaat de mogelijkheid om in groep 8 leerlingen te koppelen aan een begeleider. “Die zorgt ervoor dat de overgang zo soepel mogelijk verloopt. De begeleider voert gesprekken met de basisschool en met de school voor het voortgezet onderwijs. Voor én na de zomervakantie. Als het nodig is, gaat hij of zij samen met een leerling schoolspullen kopen of open dagen bezoeken. Het goede daaraan is dat het op maat is. De begeleider leert zo’n leerling echt kennen. Kinderen voor wie de overgang lastig is, maken zo meer kans op een succesvolle overstap.”
De overgang van po naar vo is niet alleen voor leerlingen en ouders, maar ook voor de sector als geheel lastig. De Sectorrapportage kan volgens Tiemessen een rol spelen bij de beelden die leven in de school over de overgang van po naar vo. “Sommige leraren en schoolleiders zijn ervan overtuigd dat je heel makkelijk kunt opstromen in het onderwijs. Maar is dat echt zo? Hoeveel leerlingen blijven op hun niveau nadat hun advies is bijgesteld? De Sectorrapportage laat met cijfers zien hoe het zit.”
Verschillen tussen scholen
Binnen de Zonnewende is niet alleen aandacht voor de overgang naar het voortgezet onderwijs, maar ook voor de overstap die kinderen maken naar de basisschool op vierjarige leeftijd en de overgang van groep 2 naar groep 3. “Op al die schakelmomenten lopen we het risico dat kinderen verder achterop komen te liggen. Wij hebben op school een gemiddelde schoolweging en de kinderen die bij ons komen, hebben geen grote achterstanden. Maar zelfs bij ons merken we dat er verschillen zijn. En die worden groter de laatste jaren.”
Ook de verschillen tussen scholen worden groter. “Je ziet dat er scholen zijn die gemakkelijk een hoge ouderbijdrage binnenkrijgen en daarmee leuke uitstapjes kunnen organiseren. Andere scholen lukt dat niet, waardoor zij minder extra’s kunnen aanbieden aan leerlingen. Op die manier werkt het verschil in achtergrond nog actiever door in het schoolprogramma en dat vind ik zorgelijk.”
Bekijk de video en lees meer over het lerarentekort in de: Sectorrapportage van het primair onderwijs 2022. (poraad.nl)