Nieuws

Reserves primair onderwijs toegenomen door lerarentekort en tijdelijke subsidies

De bovenmatige reserves in het primair onderwijs zijn in 2022 verder toegenomen. Dat blijkt uit de jaarcijfers 2022, die onlangs zijn gepubliceerd. Onderwijsgeld moet maximaal worden ingezet ten behoeve van goed onderwijs en daarom vindt de PO-Raad het jammer dat de bovenmatige reserves zijn toegenomen. De oorzaken zijn echter heel verklaarbaar: personeelstekorten en een ongekende toename van tijdelijk geld.  

In 2022 hebben de schoolorganisaties in het primair onderwijs in totaal 284 miljoen euro minder uitgegeven dan er binnenkwam, terwijl er een tekort van 323 miljoen euro was begroot. Een aantal ontwikkelingen heeft bijgedragen aan het financieel resultaat. Zo heeft het omvangrijke personeelstekort (helaas) geleid tot het niet volledig kunnen inzetten van de ontvangen bekostiging. 

Tijdelijke subsidies 

De schoolorganisaties hebben daarnaast in 2022 veel tijdelijk extra geld gekregen. Zo ontvingen scholen in 2022 een groot deel van de tijdelijk financiering in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) voor het wegwerken van achterstanden ontstaan tijdens de coronacrisis. In 2022 werd in het funderend onderwijs € 2,8 miljard extra uitgekeerd. Deze tijdelijke middelen zijn door schoolorganisaties vaak gebruikt voor investeringen over meerdere jaren. Maar door het tijdelijke karakter van de subsidie konden scholen er geen structurele verplichtingen mee aangaan.  

Zowel de Onderwijsraad als de Inspectie van het Onderwijs (zie Sturing op financiën, pagina 41 van Staat van het Onderwijs 2023) schetsten recent dat de groei van de omvang van de subsidies in het onderwijs het moeilijk maakt voor schoolorganisaties om hun rol goed te vervullen. 

Onderzoek doelfinanciering 

De PO-Raad laat nader onderzoek doen naar de gevolgen van zogenaamde doelfinanciering en vraagt de minister en de Kamer te zorgen voor een kentering in de trend van fors toenemende subsidies in het onderwijs. Een teveel aan doelfinanciering leidt tot versnippering en administratieve last: voor iedere doelfinanciering is een apart potje met aparte verantwoording. Dat leidt vervolgens weer tot oplopende reserves. Bovenal kan hierdoor niet duurzaam in onderwijs worden geïnvesteerd en neemt het aantal tijdelijke contracten toe, wat continuïteit van onderwijs en goed werkgeverschap in de weg staat. Tijdelijk geld heeft daarmee niet alleen effect op de financiën, maar ook op het onderwijs.   

Sectorrapportage 

In de sectorrapportage zoomt de PO-Raad later deze maand nader in op de financiële positie van schoolorganisaties in het primair onderwijs: Waar zitten de hoogste bovenmatige reserves, wat is het effect van de NPO-middelen op de financiële positie, is de verwachting dat de reserves zullen afnemen de komende jaren en welke ontwikkelingen hebben de komende jaren invloed op de financiële positie van schoolorganisaties?  

We zien al dat veel schoolorganisaties de afgelopen jaren meer geld overhielden dan dat ze uitgaven. Twee derde van de schoolorganisaties in het primair onderwijs heeft een mogelijk publiek eigen vermogen boven de signaleringswaarde van OCW. Binnenkort richt de PO-Raad een adviescommissie in die zich buigt over de financiering van scholen, de inzet van middelen en wat dat betekent voor schoolorganisaties.  

Eerder inzicht

De PO-Raad ziet bij het terugdringen van bovenmatig eigen vermogen ook een rol voor OCW weggelegd. Het ministerie kan schoolorganisaties bijvoorbeeld beter faciliteren door ze eerder inzicht te geven in de ontwikkeling van de hoogte van bekostiging in meerjarig perspectief. Schoolorganisaties kunnen dan beter anticiperen en hoeven minder voorzichtig te begroten. Denk in dit kader aan informatie over de structurele bekostiging voor basisvaardigheden per 2026.  

De PO-Raad roept schoolorganisaties op om als er sprake is van bovenmatige reserves deze goed te analyseren en om in samenspraak met de medezeggenschap te komen tot een inzet van de eenmalige middelen. Op deze manier kunnen deze ten bate komen voor goed onderwijs voor ieder kind.