Nieuws

Trouw: 'Ze moeten een trapje op kunnen'

Niet vroeg selecteren, maar vroeg ínvesteren in jonge kinderen. Dat is een van de belangrijkste acties die nodig zijn om kinderen weer gelijke kansen te geven, zegt Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad woensdag in dagblad Trouw. In een uitgebreid interview reageert ze op de conclusie onlangs van de Inspectie van het Onderwijs: Kinderen profiteren niet allemaal evenveel van het Nederlandse onderwijs. Kinderen met lager opgeleide ouders schoppen het steeds vaker minder ver dan hun leeftijdsgenoten met hetzelfde IQ en met hoger opgeleide ouders.

In de krant vertelt Den Besten dat de oorzaak van de groeiende kloof breder is dan het onderwijs, maar dat het onderwijs er zeker alles aan moet doen wat binnen haar macht ligt om kinderen gelijke kansen te geven. Dat begint bij het zorgen voor goede voorschoolse voorzieningen en samenhang tussen school, peuterspeelzaal en kinderopvang. Ook kan het schooladvies beter, scherper en zuiverder, zegt ze. Op het congres van de PO-Raad aanstaande vrijdag zal Den Besten hier uitgebreid op ingaan. 

Grootste knelpunt is volgens Den Besten dat in Nederland al vroeg wordt geselecteerd naar welk vervolgonderwijs een kind gaat. Eenmaal daar wordt het hem erg moeilijk gemaakt op te stromen naar een hoger niveau. 'Er zijn steeds minder brede scholengemeenschappen en brede brugklassen waarin deze kinderen zich nog volop kunnen ontwikkelen', aldus Den Besten in het interview.

Om exact te weten wat het onderwijs nog meer kan doen om kinderen gelijke kansen te geven, pleit de PO-Raad voor een kansenscan: het doorlichten van het hele onderwijssysteem om beter inzicht te krijgen in waar het systeem belemmert en wat beter kan. Dat voorkomt bovendien Haags paniekvoetbal zoals met de eindtoets en het schooladvies nu gaande is. Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) wil de eindtoets weer belangrijker gaan maken bij het bepalen van de middelbare schoolkeuze van leerlingen terwijl pas sinds een jaar juist het schooladvies belangrijker is geworden. De wet is destijds aangepast omdat de middelbareschoolkeuze te veel afhankelijk was van een toets, één momentopname, terwijl de school het kind acht jaar heeft meegemaakt. Den Besten zegt in de krant dat het terugdraaien van de nieuwe regels niets oplost omdat de oorzaken voor het probleem van kansongelijkheid veel 'dieper liggen'.

In het interview bekritiseert Den Besten ook de schamele bekostiging van het primair onderwijs en de sluipende bezuinigingen op Onderwijsachterstanden. 'We hebben te maken met een Haagse sluipmoordenaar' die iedere keer weer een stukje wegsnijdt.'