Nieuws

Extra ondersteuning moet voor alle leerlingen toegankelijk zijn

Trainingen voor de eindtoets en soortgelijk aanvullend betaald onderwijs moeten niet nodig zijn om kinderen de best mogelijke kansen te geven om zich te ontwikkelen. Dat stelt de PO-Raad in reactie op een onderzoek van SEO Economisch Onderzoek naar Aanvullend en particulier onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs.

Uit dat onderzoek blijkt onder meer dat in schooljaar 2018/2019 iets meer dan tien procent van de leerlingen in groep 8 gebruik maakte van aanvullend, betaald onderwijs. Het gaat dan om onder meer bijles, extra oefenen na schooltijd, huiswerkbegeleiding, training voor bijvoorbeeld de eindtoets, of om leerondersteuning. Een even grote groep krijgt kosteloos extra lessen, deels door school georganiseerd. Met name in de vier grote steden wordt vaker gebruik gemaakt van aanvullend onderwijs dan op andere plekken in het land. Ook maken hoger opgeleide ouders vaker gebruik van betaald aanvullend onderwijs dan lager opgeleide ouders. In het voortgezet onderwijs maakte bijna de helft van de leerlingen gebruik van aanvullend onderwijs. De markt voor aanvullend onderwijs voor leerlingen van vier tot 12 jaar is relatief klein van omvang, schrijven de onderzoekers. 

Dat ouders hun kinderen in groep 8 ook naar eindtoetstrainingen en bijles sturen, bewijst in de eerste plaats hoe bepalend deze toets en het schooladvies nog altijd is voor de verdere loopbaan van een leerling, vindt de PO-Raad. Ze vindt dat ongewenst en pleit er dan ook al jaren voor om het overgangsmoment naar het voortgezet onderwijs minder belangrijk te maken zodat er een einde komt aan de vroegselectie en alle kinderen meer ontwikkelkansen krijgen. De PO-Raad is dan ook voorstander van meer brede brugklassen, meer mogelijkheden voor leerlingen om op de middelbare school van niveau te wisselen en later opleidingen te kunnen stapelen. De eindtoets moet een doorstroomtoets worden, bepleitte de PO-Raad eerder. Hieraan wordt momenteel gehoor gegeven.

De PO-Raad vindt verder dat het onderwijs in de eerste plaats van goede kwaliteit moet zijn en dat leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, hiervoor niet afhankelijk mogen zijn van betaalde alternatieven. Dat zorgt voor kansenongelijkheid. In een richtlijn hebben de leden van de PO-Raad en Ouders & Onderwijs, de belangenvereniging van ouders, vorig jaar afgesproken dat geen enkel kind mag worden uitgesloten van extra activiteiten die door de school worden georganiseerd. Ook al betalen hun ouders hiervoor de vrijwillige ouderbijdrage niet. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld extra ondersteuning voor leerlingen die de lesstof moeilijk vinden en voor extra lessen voor kinderen die meer uitdaging nodig hebben. Mocht de school hiervoor zijn aangewezen op externe partijen, moet dergelijke ondersteuning voor alle leerlingen toegankelijk zijn.