OPONOA ontwikkelt de leerlijn 'Programmeren in het basisonderwijs'
Steeds meer scholen willen aandacht besteden aan programmeren en computational thinking. Maar ze weten vaak niet waar ze moeten beginnen. Veel leraren vragen zich bovendien af of zij wel digitaal vaardig genoeg zijn om hierover les te geven. En wat moeten leerlingen eigenlijk kennen en kunnen? De leerlijn 'Programmeren in het basisonderwijs' geeft houvast. Deze lijn is ontwikkeld naar aanleiding van een versnellingsvraag van OPONOA (Stichting Openbaar Primair Onderwijs Noord Oost Achterhoek) in samenwerking met Elan Onderwijsgroep.
Resultaten
Iedereen kan aan de slag met programmeren in de klas! Dat was het idee achter deze versnellingsvraag "Hoe kunnen basisscholen een leerlijn programmeren doorvoeren in hun onderwijs?". Met de lancering van een leerlijn ‘Programmeren in het basisonderwijs’ is een mijlpaal bereikt. De leerlijn is voor alle basisscholen beschikbaar en is al bijna 10.000 keer door scholen bekeken.
De leerlijn programmeren bevat alle relevante begrippen die gebruikt worden bij programmeren. Van algoritmen tot patronen, van functie tot abstractie. Bij elk begrip zijn leerdoelen beschreven. Voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Ook is er overal lesmateriaal opgenomen waarmee een leerkracht direct uit de voeten kan. Daarnaast heeft Kennisnet een workshop voor leraren in het leven geroepen waarmee zij bekend raken met programmeren en computational thinking.
Geen apart vak
De leerlijn geeft leraren op deze manier handvatten om programmeerlessen in hun lessen in te bouwen. Bijvoorbeeld bij taal en rekenen. Programmeren wordt niet als apart vak opgenomen in het curriculum, maar geïntegreerd in bestaande vakken.
Unplugged
Wie denkt dat leraren bij de leerlijn direct naar tablets en computers grijpen, heeft het mis. De lesmaterialen zijn unplugged en worden gebruikt zonder beeldscherm. "We willen leerlingen geen programmeertalen aanleren. Leraren zouden veel voorkennis nodig hebben om de kinderen goed te kunnen begeleiden. Daarnaast hebben die computertalen vaak een te hoog niveau voor de basisschool en verouderen ze snel", legt Teun Meijer van Elan Onderwijsgroep uit. Dat de leerlijn daardoor wat minder high-tech lijkt te zijn hoeft geen belemmering te zijn om een stevige basis op dit leergebied te kunnen leggen bij leerlingen.
Achtergrond
Computational thinking en programmeren worden vaak in een adem genoemd met 21e eeuwse vaardigheden. Hoe verhouden deze begrippen zich tot elkaar?
21e eeuwse vaardigheden
Nieuwe technologieën en steeds sterkere digitalisering veranderen de wereld in rap tempo. Om succesvol te zijn in hun latere leven, moeten de kinderen van nu zogenaamde 21e eeuwse vaardigheden leren. Van creatief denken tot ICT-basisvaardigheden, van mediawijsheid tot zelfregulering. SLO en Kennisnet hebben 11 van deze 21e eeuwse vaardigheden in een model gegoten. Toekomstbestendig onderwijs integreert al deze vaardigheden in het curriculum.
Computational thinking
Computational thinking is een van de competenties die bestempeld is tot 21e eeuwse vaardigheid. Het gaat een steeds grotere rol spelen in het Nederlandse onderwijs. In andere landen, zoals Groot-Brittannië, is het al een verplicht vak. Volgens het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO gaat het bij computational thinking om het samenspel tussen mens en computer. De definitie luidt: “het (her)formuleren van problemen zodat ze op te lossen zijn met de computer”. Met computational thinking wordt het logisch denken getraind. Kinderen leren onder andere om te denken in stappen, patronen te herkennen en algoritmes te maken.
Programmeren
Programmeren maakt deel uit van computational thinking. Door kinderen te laten programmeren oefenen zij hun computational thinking vaardigheden. Het is dus een manier om leerlingen computational thinking te laten verwerken.

Proces
Verschillende OPONOA scholen (gemeente Berkelland en Groenlo Onderwijsgroep) experimenteerden al vanaf 2007 met programmeren in de klas. Zo werd er gewerkt met programmeertalen zoals Lego Mindstorms en Scratch en het cursusaanbod van studio.code.org. De scholen kregen de smaak zo te pakken dat programmeren en/of computational thinking in het bestuursakkoord van OPONOA verankerd werd.
De stichting merkte dat er onder leraren nog wel vragen leefden. Als je wilt gaan programmeren in de klas, hoe bereid je je daar als school dan op voor? En wat moeten kinderen precies leren? Om de scholen te helpen, diende OPONOA een versnellingsvraag in: hoe kunnen we een leerlijn programmeren implementeren in het basisonderwijs?
Vraag goedgekeurd
Het schoolbestuur van Elan Onderwijsgroep (Friesland) sloot zich bij OPONOA aan. De toetscommissie keurde de vraag goed: groen licht voor de betrokken besturen om zelf een leerlijn programmeren te ontwikkelen. Met hulp van SLO, het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling, en met ondersteuning van Kennisnet.
Aan de slag
De projectleiders van de scholen in Friesland (Elan) en Gelderland (OPONOA) zijn met elkaar rond de tafel gegaan om te definiëren wat zij onder een leerlijn verstaan. En welke materialen voor welke leeftijden geschikt zouden kunnen zijn. Experts van Kennisnet begeleidden deze sessies. Er vonden een paar bijeenkomsten plaats en regelmatig werd Skype ingezet als vergadertool. Dit heeft het proces versneld en lange reistijden voorkomen. De overleglijnen waren kort tussen de medewerkers in de projectgroep en na een jaar werd een mooi resultaat opgeleverd, waar veel scholen gebruik van kunnen maken.
Materiaal ontwikkelen
De scholen hebben gaandeweg zelf al het materiaal ontwikkeld. Steeds vanuit dezelfde invalshoek: leerdoelen koppelen aan suggesties voor concrete activiteiten, waaronder veel activiteiten waarvoor een leraar geen computers nodig heeft. Ook wordt programmeren breder getrokken dan coderen alleen. Het gaat ook om vaardigheden zoals probleemoplossend vermogen en creatief denken.
Officiële lancering
Op woensdag 25 mei 2016 werd in Utrecht de doorlopende leerlijn programmeren officieel gelanceerd tijdens een symposium Computational Thinking. Nieuwsgierig naar alle resultaten? Die vind je in de wikiwijs Programmeren in het PO.