Zoeken
Zoekfilters
Type
Thema
Serviceniveau
Als een werknemer na opname van het onbetaald ouderschapsverlof teruggaat in wtf, wordt de omvang van het ouderschapsverlof dan berekend op basis van de oude of de nieuwe werktijdfactor?
De omvang van het (onbetaald) ouderschapsverlof wordt in principe berekend op grond van de werktijdfactor op de dag die voorafgaat aan de ingangsdatum van het verlof. Het ouderschapsverlof wordt berekend op basis van de ‘oude’ werktijdfactor. Wel moet de werknemer erop bedacht zijn dat als hij voor het onbetaald ouderschapsverlof betaald ouderschapsverlof heeft opgenomen de periode van het onbetaald ouderschapsverlof meegeteld wordt om de 'terugtelperiode' te bepalen van het ouderschapsverlof in verband met de mogelijke terugbetalingsverplichting. In art. 8.19a lid 5 CAO PO wordt dat benadrukt, omdat in dit artikellid art. 8.18 CAO PO wordt genoemd, het artikel dat gaat over onbetaald ouderschapsverlof.
Het antwoord op de vraag hangt er dus van af of de werknemer voorafgaand aan het onbetaald ouderschapsverlof nog betaald ouderschapsverlof heeft genoten. De werknemer kan daarin een keuze maken, maar moet wel bedacht zijn op de terugbetalingsregeling.
Wanneer heeft een medewerker recht op de bindingstoelage (art. 6.9 CAO PO)?
Indien een medewerker op 1 augustus van enig jaar wordt betaald in de hoogste trede van een schaal behorend bij een functie waarop de toelage van toepassing is (zie art. 6.9 lid 1 CAO PO), dan geldt dat de medewerker recht heeft op het gehele bedrag aan bindingstoelage (peildatumsystematiek).
De bindingstoelage wordt gedeeltelijk uitbetaald indien de medewerker die in artikel 6.9 lid 6 CAO PO genoemd wordt, gedurende het schooljaar uit dienst treedt én hij de bindingstoelage reeds een keer eerder heeft ontvangen. Dan geldt de zogeheten opbouwregeling waarbij de toelage wordt berekend over de maanden september tot einde dienstverband. Gedeeltelijke uitbetaling van de bindingstoelage geldt niet wanneer sprake is van een interne functiewijziging.