Nieuws

Minister houdt vast aan huidige aanpak lerarentekort

''Er is meer nodig dan de huidige aanpak, er moet een deltaplan komen om het lerarentekort tegen te gaan.'' Met deze boodschap stonden de vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers in het primair en voortgezet onderwijs voor aanvang van het debat leraren op de stoep van de Tweede Kamer om binnendruppelende Kamerleden op te wachten. Demissionair minister Mariëlle Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) liet tijdens het debat al snel doorschemeren weinig te voelen voor een bredere en intensievere aanpak en wees de Kamer op de reeds ingezette koers. 

De onderwijscommissie debatteerde 28 februari voor het eerst in de nieuwe samenstelling specifiek over de aanpak van het lerarentekort. Een breed scala aan onderwerpen passeerde de revue. Er werd gesproken over regionale samenwerking, de noodzaak van focus in het curriculum, de cruciale rol van een schoolleider, het streven naar een gemiddelde groepsgrootte, maar ook over rechtstreekse bekostiging van scholen, meer mannen voor de klas en een verplichte stagevergoeding. 

Aan het begin van het debat vroeg Anita Pijpelink (GroenLinks-PvdA) naar de uitvoering van haar aangenomen motie over een langdurig noodplan tegen het lerarentekort: ''een noodplan niet als een containerbegrip, maar als uiterst plan waar we buiten alle kaders van creatief denken moeten gaan.'' 

Hoewel de motie tijdens de begrotingsbehandeling door de minister werd ontraden, gaf zij nu aan de motie als aanmoediging te beschouwen om door te gaan met de huidige aanpak: ''Ik geef hier uitvoering aan door de lerarenstrategie en het werkplan Samen voor het beste onderwijs.''

Oerwoud aan losse financieringsstructuren

Diverse partijen uitten tijdens het debat hun zorgen over de toename en omvang van de doelfinanciering. Aant Jelle Soepboer (NSC) sprak over ''een oerwoud aan losse financieringsstructuren'', waardoor het voor scholen lastig is om personeel in vaste dienst te nemen. Hij pleit ervoor om te kijken hoe dit kan worden omgebogen naar ''een grote structurele financiering van het onderwijs.'' 

Minister Paul verzette zich tegen het beeld ''dat alles van subsidies aan elkaar hangt'', omdat 95 procent van de middelen nog altijd via de lumpsum aan scholen wordt verstrekt.

Het percentage dat door de minister wordt genoemd strookt niet met het onlangs verschenen AEF-rapport waarin is becijferd dat het aandeel doelfinanciering in het primair onderwijs tussen 2019 en 2022 is gestegen van 13 naar 19 procent. De minister hanteert een enge definitie van doelfinanciering door naar de omvang van de subsidies te kijken, terwijl scholen daarnaast ook geoormerkte bekostiging ontvangen. 

Dit geld wordt weliswaar toegevoegd aan de lumpsum en heeft vaak een langere looptijd, maar mag net als subsidies alleen op voorgeschreven doelen en beleidsspeerpunten van de overheid worden ingezet. Voorbeelden hiervan zijn de NPO-gelden, arbeidsmarkttoelage, professionalisering en begeleiding starters en schoolleiders en de werkdrukmiddelen. 

Sturing op het onderwijs

Tijdens het debat kwamen diverse vragen aan de orde over de sturing op het onderwijs. De minister herkent de zoektocht van de Kamer naar een optimale sturing waarbij ''leerlingen het beste onderwijs krijgen, leraren ontlast worden en we de grote problemen zoals de aanpak van de tekorten solidair tussen verschillende scholen en schoolbesturen oppakken.'' 

Op het ministerie worden momenteel verschillende sturingsvarianten uitgewerkt met bijbehorende consequenties. Hierin neemt de minister ook de financiering van het onderwijs mee. De Kamer krijgt in april een brief.

Deltaplan Lerarentekort

Onze professionals staan voor je klaar

Stel je vraag of zoek een opleiding

Contact met de Juridische Helpdesk

Heb je een juridisch vraag? Als lid van de PO-Raad kun je via de pagina van de Juridische helpdesk je vraag stellen op Mijn PO-Raad (na het inloggen in het ledenportaal).

Voor dringende vragen bel met 030 - 31 00 933. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 – 12.00 uur.

Helpdesk 2 mensen praten