Lichte daling pensioenpremie in 2024
De pensioenpremie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen bij het ABP daalt volgend jaar van 27,9% naar 27,0. De daling volgt uit de keuze om de premie zo stabiel mogelijk te houden in de afgelopen jaren.
In 2020 werd besloten om de premie in 3 jaar in stappen te verhogen. Om de premie zo stabiel mogelijk te houden werd de stijging van 2022 uitgesteld naar 2023. De uitgestelde stijging zorgde ervoor dat de premie in 2023 nog eens 0,9% hoger werd. Maar omdat de VPL-premie in 2023 is vervallen, daalde de premie voor werkgevers toch nog. Die extra 0,9% vervalt nu bij de premie voor 2024. Daarom daalt de premie van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen van 27,9% naar 27,0%. De werkgever betaalt 70% en de werknemer betaalt 30% van deze premie.
Arbeidsongeschiktheidspensioen
De premie voor het ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen verandert niet. Dit blijft gemiddeld 0,73%. Ook deze premie wordt voor een deel door werkgevers (70%) en voor een deel door werknemers (30%) betaald.
Gevolgen voor begroting 2024
De ruimte die in 2024 ontstaat door de daling van de pensioenpremie is gebruikt voor de loonstijging in de cao primair onderwijs 2023-2024. Mede door daling van de pensioenpremie konden de sociale partners een cao-akkoord sluiten met een loonsverhoging van tien procent. Een uitleg over de kosten van het cao-akkoord kunnen medewerkers van bij de PO-Raad aangesloten schoolorganisaties lezen op het ledenportal mijnporaad.nl (met inlog voor leden).
In jaren dat de pensioenpremie stijgt, heeft dat negatieve invloed op de hoogte van een eventuele salarisverhoging. Nu de premie daalt, is het effect omgekeerd. De vermindering van kosten voor de pensioenpremies is ingezet voor de cao primair onderwijs 2023-2024. Zie hierover ook eerdere meldingen bij de prognose van de pensioenpremie 2024.