Nieuws

CBS-cijfers over lagere schooladviezen laten zien: er is iets mis met ons stelsel

Groep 8-leerlingen kregen in schooljaar 2019-20 gemiddeld een definitief schooladvies dat lager uitviel dan in voorgaande jaren. De oorzaak is het schrappen van de eindtoets, daardoor kon het schooladvies niet naar boven bijgesteld worden. ,,Deze cijfers laten zien dat er iets elementair mis is met ons stelsel”, zegt Anko van Hoepen, vice-voorzitter van de PO-Raad.

Het waren vooral meisjes en leerlingen uit lagere sociaaleconomische klassen die een lager eindadvies kregen, constateert het CBS. Zo kreeg 37,5% van de leerlingen van gezinnen met de 20% laagste gestandaardiseerde inkomens, in 2019/’20 een definitief advies voor vmbo-gt/havo of hoger. Een jaar eerder was dat hoger, 41,8%.

Hier waren we al bang voor

De PO-Raad was hier al bang voor. Door het wegvallen van de eindtoets vorig jaar, werden alle schooladviezen direct het definitieve advies. De eindtoets kon zijn rol als ‘gelijkmaker’ voor wie ondergeadviseerd was, niet pakken.  

Voor ons was dit alles in januari aanleiding om actie te ondernemen: we hebben het onderwijs opgeroepen om groep 8-leerlingen dit jaar het voordeel van de twijfel te geven en kansrijk te adviseren. Het gaat bij deze oproep dus om groep 8-leerlingen in schooljaar 2020-2021. Dit jaar wordt de eindtoets wel afgenomen, maar door lange periodes van onderwijs op afstand, vrezen we dat deze leerlingen op de eindtoets niet ten volle kunnen laten zien wat zij in hun mars hebben.

Doel dit jaar is niet om iedereen een ‘zo hoog mogelijk’ advies te geven, wel om ook de leerlingen van wie we weten dat ze het grootste risico op onderadvisering lopen, een eerlijke kans te geven. Ieder kind heeft recht op een passende plek.

Sociaaleconomische klasse speelt mee

Bij kinderen van wie het opleidingsniveau van de ouders lager ligt, zie je dat zij gemiddeld een kwart lager geadviseerd worden dan klasgenoten met dezelfde toetsscores en hoger opgeleide ouders. Leraren hebben het beste met hun leerlingen voor, maar we weten uit onderzoek dat zij geneigd zijn bij twijfel onder te adviseren. We zien echter dat een deel van de leerlingen de hogere verwachtingen waarmaakt. Ook de toets kent overigens valkuilen, vooral als het gaat om oefenen. De ene ouder weet nauwelijks wat een eindtoets is, terwijl de ander zijn kind naar toetstraining stuurt.

Ons stelsel moet kansrijker

“Belangrijker dan alleen de gegevens over dit jaar is dat deze cijfers laten zien dat er iets elementair mis is met ons stelsel”, zegt vice-voorzitter Anko van Hoepen. ,,Een té harde knip bij groep 8, je laagste cijfer of zwakste vak bepalen je niveau. De druk op de overgang po-vo is enorm en dat is ‘ie niet voor niets: eenmaal doorverwezen naar het vo is de kans dat je blijft op het niveau waar je zit, het grootst. En we wéten dat kinderen met ouders met een lagere sociaal economische status een lager advies krijgen. We moeten af van deze druk, van deze harde knip. Onze kinderen verdienen een kansrijker onderwijsstelsel en een nieuw kabinet moet daar werk van maken.”